De Zuivelfabriek
De oprichting van de melkfabriek
In de aantekeningen van de kerkvoogdij bijenkomst van 23 december 1896 staat: ' Schrijven van aanvraag der voorlopige cie de heren A.R. Sybrandy (1855 - 1928 ), P.Y. van der Valk (1867-1926 ), Jelle Bouma, Y.J. Heeg (1868-1952) en P.K. Vellinga (1863-1930) om grond tot bouwing eener op te richten Coöp. Stoomzuivelfabriek en geldelijke steun der kerkvoogdij.
De Kerkvoogden stellen voor om grond af te staan aan de Seberievaart thans in gebruik bij P.A. van der Valk tegen een jaarlijkse grondpacht van f 50 per 36 3/4 are.
Toegestaan met deze voorwaarde om van zondagmorgen 8 uur tot middags 4 uur niet te mogen werken in en op de fabriek.
Het eerste bestuur
Het eerste bestuur en raad van commissarissen bestonden uit: Directeur F.W. Anema (1879-1942 ). Bestuur: A.R. Sybrandy (1855-1928 ), Y.J. Heeg (1868-1952) en M.Y. Sjaarda (1864-1929 ) en D. de Gavere (1867-1923)
De commisarissen waren: K.J. van Gosliga (1864-1921 ), H.R. Jonkman (1871-1941) en S.J. Timmenga (1849-1936 ).
Besloten werd dat na tien jaar het bestuur het recht had de grondpacht af te kopen.
Er is zelfs even sprake van geweest dat de kerkvoogden mede-oprichters zouden worden, maar dat ging niet door.
De directeuren
De directeuren die leiding aan het bedrijf gaven waren:
Van 1897 tot 1908: Arjen Rienks (1874-1950) getrouwd met Antje Sinnema (1872-1905 ), later met Simkje Bottema (1874-1957 ); komende van Haren en vertrokken naar Langweer;
Van 1908 tot 1941: Fokke Wiggeles Anema (1879-1942 ), getrouwd met Trijntje Wouters-Hielkema (1877-1936), komend van Betterwird en vanwege ziekte gestopt.
Van 1939 tot 1941: Broer Voolstra (1941-) en Roelofje Woudstra (1913 -) Komende van Rauwerderhem en vertrokken naar Den Haag;
Van 1941 tot 1965: Johannes Sijtsema (1908 -), getrouwd met Grietje de Vries (1909-1995), komend van Terschelling en vertrokken naar Heerenveen.
De assistent directeuren
De navolgende assistent directeuren dienden de fabriek:
Van 1906 tot 1908: Folkert Brandsma (1888 - ); komende van Dalfsen en vertrokken naar Oene; Van 1907 tot 1908: Rudolf Dijkstra (1882 - ); komende van Stiens en vertrokken naar Makkinga; Van 1908 tot 1912: Tjitze Riedstra (1885-), getrouwd met Rigtje Westra (1884 - ); komende van Betterwird en vertrokken naar Rottevalle.
Van 1912 tot 1912: Oene Sijperda, afkomstig van … en vertrokken naar Marssum.
Van 1912 tot 1913: Jacob Jans Visser (1889-) kwam van Deinum en ging naar Bierum.
Van 1916 tot 1917: Jan Timmerman (1887 - ), getrouwd met Ruurdtje Fopma (1888 - ), gekomen van Baerderadeel en vertroken naar Nieuwehorne.
Van 1917 tot 1918: Johannes Pieter Roodzand (1890-), afkomstig van Balk en vertrokken naar Wormerveer.
Van 1918 tot 1919: Johan Christiaan Geertsma (1895-), afkomstig van Arnhem en vertrokken naar Leeuwarden.
Van 1920 tot 1921: Eltje Kamminga (1894 - ), getrouwd met Henderika van der Woude (1899 - ); gekomen uit Grou en ging naar Haarloo.
Van 1921 tot 1954: Durk Harmens de Boer (1897-1954, getrouwd met Pietje Martens Kingma (1904-1973 ); komend van Hilaerd (Hoptille ). Ze woonden aan de Hidaarderdyk, nu Wynserdyk nr. 14 en aan de Wommelserdyk, nu Van Eysingaleane nr 9.
Van 1954 tot 1955: Jouke van Wieren (* 1926 ); komend van Esd en ging naar Havelte.
Van 1955 tot 1956: Ane van der Meer (* 1930 ); gekomen van Bolsward en ging naar Formerum op Terschelling.
Van 1956 tot 1961: Tjeerd Boskma (* 1928 ), getrouwd met Trijntje Jacobi (* 1931 ); ze woonden in Easterein in de Andries Joustrastraat nr. 14; gegaan naar Gorichem.
Van 1961 tot 1964: Harmen Eizenga (* 1929 ); getrouwd met Mintje Wagenaar (* 1933 ); zij woonden aan de Wynserdyk nr. 22 en zijn in 1965 naar Wommels verhuisd.
Werkgelegenheid.
De melkfabriek gaf aanvankelijk werk aan zo'n 15 man. Later heeft dat aantal zich fors uitgebreid.
De meeste boeren brachten in het begin hun melk zelf naar de fabriek.
Dat veranderde al gauw; toen kwamen de melkvaarders en de melkrijders.
Melkvaarders en melkrijders:
Andries Wisse (1890-1957) en halfbroer Jacob (Jabik) Namminga (1886-1973) uit Reahûs, Harm Kamstra (1883-1967 ), Minne Tjalsma (1985-1992 ), Rein Strikwerda (1913-1984 ), Yme Zijlstra (* 1923 ), Fedde Dijkstra 1869-1939 ), Sietze Ykema (1899-1991 ), Rinse Siesling (Siesling kreeg het voor elkaar om met de melkboot van de fabriek naar het dorp te zeilen, een echte schipper!) Yde Sijszeling (1913-1980) en zoon Andries Sijszeling (*1940), Germ Strikwerda (1913-1987), Haye Groustra (*1925), Simon Bloemhof (1891- 1976), Feike Bosschma (1902-1985), Marten Stilma (*1910), en zijn vader Job Stilma (1881-1952), Sjuk Sandstra (1898-1966), Johannes Santema (1896- 1962), Harke Kamstra (1917-1975), Jentje Jorritsma (*1924).
'... en ieder had zijn eigen lied...
Mevrouw W. de Jong-Brandsma vertelt dat in de tijd dat ze bij Yde Minnes Sjaarda (1889-1968) woonde, in de vroege zomerochtend in de verte Andrys en Jabik met de melkboot kon horen aankomen. Jabik trok de boot en Andries zong het hoogste lied.' Niet vaak heb ik zulk mooi zingen gehoord.’
Het doet denken aan het liedje van Herman van Veen: ' Hilversum 3 bestond nog niet, maar ieder had zijn eigen stem, op elke steiger klonk een lied, van Paljas of Jeruzalem.
Melkgeld ophalen
Opo zaterdag haalden de boeren, in het zwarte pak, zelf het melkgeld op. Ze gingen dan ook, als het nodig was, langs de smid of timmerman om zaken te regelen. Smid Elzinga aan de Hidaerderdyk en later aan de Foarbuorren (op het Plein) liet daarom 's zaterdags het boerengereedschap buiten zetten, dan konden de boeren uitzoeken wat nodig was. Elzinga bracht een paar keer per jaar gereedschap naar het terrein bij de fabriek. Dat was dan zo'n soort van kleine show van wat hij te koop had.
Kuipmakers
Er waren twee kuipmakers in het dorp.
Sjoerd Dooitzen van der Zee (1861-) woonde op de achterburen in het huis It Skilplein nr. 17, naast bakker Dantuma.
De andere was Okke (kuiper) Oosterhout (1850-1935 ), die op de Pôlehoeke woonde, Schoolstraat nr. 12, waar nu Yme Zijlstra (* 1923) woont.
Beide kuipmakers maakten botertonnen voor de melkfabrieken van Easterein en Wommels.
Zondagswerk
Op zondagmorgen en 's avonds werd de melk wel naar de fabriek gebracht, maar werd dan niet verwerkt.
Electriciteit
P. Hoekstra schrijft ook over het ' nieuwe Ijocht ': ' We kregen ook electrisch licht in het dorp.
Het juiste jaartal weet ik niet meer, maar het zal 1917 of 1918 zijn geweest.
De stroom kwam eerst van de melkfabriek.
Tien uur 's avonds werd dan het licht uitgedaan, eerst een kleine waarschuwing door de stroom even uit te schakelen. Voor bijzondere gelegenheden werd tot 12 uur stroom geleverd.
' De stoommachine met een generator wekte de gelijkstroom op. Die werd opgeslagen in grote batterijen.
Sociale beweging.
Uit de aantekeningen van de kerkvoogdijvergadering van 12 februari 1926: ' Het ligt volgens Noordmans geheel op den weg van den directeur en bestuur onzer fabriek voor inhaling van sommige elementen in de fabriek te waken, met name het socialistisch element, waarvan een schadelijken invloed uitgaat’.
Uit de aantekeningen van de kerkvoogdij bijeenkomst van 1939: De heer Strikwerda heeft de kwestie van de personeelsbenoemingen aan de Coop Zuivelfabriek in de vergadering dezer Coop. ter sprake gebracht, waarna door het bestuur toegezegd daaraan aandacht te schenken .
Zuivelvervoer
Kapiteins van de Eastereinder boot uit de fabriek die met boter en kaas elke vrijdag naar Leeuwarden voeren, waren: - Sjoerd Visser (1876-1942) en -Foeke Wijnia (1895-1965 ).
Fabriekswoningen
Bij de fabriek, aan de noordoostkant stonden dienstwoningen voor fabrieksarbeiders.
In het huizencomplex was plaats voor vier gezinnen.
Linksvoor: de botermaker, daarnaast de machinist, daarachter de kaasmaker en daarnaast de centrifugist.
De eerste bewoners van deze huizen waren in 1897:
- botermaker Sipke Tinga (1863-1906 ), getrouwd met Pierkje de Jong (1863-);
- machinist Klaas Tuininga (1873-12 ), getrouwd met Sjoerdje Wijma (1873-);
- kaasmaker Sjouke Tolsma (1871-1935) getrouwd met Jantje Bergsma (1875-...
- sintrifugist Obbe Terpstra (1851-), troud mei Dieuwke Stiensma (1857-);
Van de overige bewoners noemen wij:
-botermaker Marten Vierstra (1874-1953) en Nieske Feenstra (1876-1956);
- centrifugist Hans Reitsma (1890-1979), getrouw met Dirkje Tolsma (1891-1975)
-machinist Fokke van der Tol (1898-1967), getrouw met Wypkje de Jong (1900- 1979);
-kaasmaker Siebe Hoitinga (1908-1983), getrouw met Wijtske Postma (*1913)
-botermaker (1912-), getrouw met Trijntje de Vries (1915-);
-botermaker Gerben Okkinga (1912-1990) , getrouw met Liskje Hiemstra (*1916).
Gerben en Lys waren de ouders van de beroemde eerste klas-kaatser uit de jaren zestig Gerrit Okkinga (* 1941 ).
Boterfabriek gesloten.
Na 67 jaar heeft de fabriek op 19 december 1964 de laatste melk verwerkt.
De vereniging ging op in het grotere geheel van de coöperatieve zuivelindustrie ' De Terpen ', die een combinatie was van de fabrieken in Easterein, Scharnegoutum, Wiuwert en Wommels.
Het had tot gevolg dat ook de fabriek van Wiuwert werd gesloten.
Na het sluiten van de boterfabriek werd de directeurswoning bewoond door: Anne Rinsma (* 1915 -) en zijn echtgenote Catharina Schippers (* 1914 ); Zij kwamen hier in 1966 en zijn in 1973 naar Deinum verhuisd.
Een jaar later kwamen hier Pier van der Velde (* 1944) en zijn vrouw Janna Hogen-dorp (* 1946). Zoon Simon van der Velde woont er nu.
Colofon
Ut Boek Easterein fan Marten L. de Boer, Klaas Kooistra en Folkert K. Reitsma.
utjûn in 1995 bij Van der Eems.