Middenstand
Middenstand
Er is geen nieuws onder de zon. Rond 1748 hadden de Friezen er genoeg van om belasting te betalen. Er werd wat nieuws bedacht. Een deel van de belastingen zou betaald worden volgens de welstand van de mensen. Daarvoor moest wel nagegaan worden hoe de welstand van de mensen was. Dat is allemaal gebeurd, vastgelegd en bewaard gebleven. Ferwoude telde toen 155 inwoners waarvan er 110 boven de 12 jaar.
In 1811 moesten de Nederlanders op Frans bevel een familienaam aannemen. De Ferwoudsters moesten hiervoor naar Tjerkwerd. Er is maar één naam uit die tijd altijd in Ferwoude bestaan gebleven. Dat is de naam Sterkenburgh. Van andere oude namen zijn er wel nakomelingen terug gekomen.
Vanaf 1850 zijn er goede tijden voor de boeren. In 1880 komt er een terugslag, maar rond 1900 is deze ook achter de rug en komt er weer welvaart in het dorp. Ferwoude krijgt middenstand. Er worden ook huizen gebouwd. In 1845 komt Inne Rinkes Feenstra als timmerman naar Ferwoude. De timmerwerkplaats is nog steeds intact, maar nu als museum. In 1879 komt er nog een timmerman naar Ferwoude en worden er nieuwe boerderijen en arbeiderswoningen gebouwd. Bijna elke boerderij krijgt een arbeiderswoning. De middenstand breidt hem niet alleen uit met timmermannen, maar ook met een kuiper, winkels en een bakker.
