Het compact gebouwde dorp Geesteren telt ongeveer vierduizend inwoners en is de op een na grootste plaats van de gemeente Tubbergen. Zoals de meeste dorpen in deze gemeente is ook Geesteren religieus gezien overwegend rooms-katholiek. Daarmee verwant is de oude scheldnaam Papsleef’n (slaven van de paus), zoals de carnavalsvereniging heet. Geesteren behoort tot het type van de zogenaamde losse esdorpen. In historische bronnen wordt Geesteren al in 1268 vermeld als ‘Geysteren’. De naam ‘Geesteren’ heeft waarschijnlijk betrekking op tot op de zandlaag ontgonnen woest land. Ook in Gelderland en Limburg liggen plaatsen met deze naam. In de naaste omgeving van Geesteren staan talrijke, dikwijls grote en oude boerderijen, die getuigen van een, vooral vroeger, bloeiend boerenbestaan. Prachtige boerenplaatsen zijn te vinden langs de Bragersweg, de Wulferinksweg en de Meyersweg. Geesteren telt een aantal verenigingen, waaronder zangvereniging Zang en Vriendschap, de Scouting Cycloongroep Borculo en de afdeling Geesteren/Gelselaar van de Nederlandse Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen. Geesteren is bekend van het jaarlijkse paardensportevenement CSI Twente, een springconcours. De rooms-katholieke kerk van Geesteren is, zoals meerdere kerken in de gemeente Tubbergen, gewijd aan de Heilige Pancratius (ontworpen door architect Jan Stuyt). In het dorp is verder een honderd jaar oude molen te vinden. Geesteren ligt midden in het fraaie, Twentse landschap. Tegenover camping Het Berkenven aan de Oude Hoevenweg ligt het natuurgebied De Engbertsdijks Venen. Dit gebied, dat deels ontstaan is door afgravingen voor de turfwinning (tot 1983), is uniek in Nederland, zo stelt Staasbosbeheer. Het is een beschermd natuurgebied waarin Staatsbosbeheer een aantal fraaie wandelroutes heeft uitgezet. Hiervan kan men, uiteraard met inachtneming van de daarvoor gestelde regels, naar hartenlust gebruik van maken. Het gebied heeft onder meer een schaapskooi, een meeuwenkolonie en veel wild, zoals konijnen, fazanten en herten.