Samen met de dorpen Oude Niedorp en Zijdewind vormde ’t Veld tot 1970 de gemeente Oude Niedorp. ‘Veld’ betekende in de Middeleeuwen nog ‘woeste grond’, maar naarmate de hoeveelheid woeste grond minder werd, kreeg het woord gaandeweg de betekenis ‘gecultiveerd land’.De eerste bebouwing van het dorp werd opgeworpen langs het Rijdersdijkje dat de bewoners beschermde tegen het omringende water. De dreiging van het water wijkt na de inpoldering van de Leverpolder, de Tjaddinxpolder en de polder Westerkoggen.Een markant gebouw in het dorp is de roomskatholieke Martinuskerk. Al in 1612 werd in één van de huisjes in het dorp een kamer ingericht als kapel. In dat jaar ontstond dan ook de zelfstandige parochie ’t Veld. Dit was niet zonder gevaar, omdat de katholieken tijdens de tachtig jarige oorlog werden bedreigd door de hervormde opstandelingen, die in oorlog waren met het katholieke Spanje. Maar de katholieken lieten zich niet uit het veld slaan. Pastoor Cats kreeg vanuit het bisdom Haarlem de taak om West-Friesland te herwinnen voor het katholieke geloof. Steun voor zijn missie vond de pastoor in de omgeving van ‘t Veld waar vele vrome katholieken woonden. ’t Veld droeg zo bij aan de contrareformatie.Op de huidige plek van de Martinuskerk heeft waarschijnlijk vanaf 1730 een houten kerk gestaan. Deze is in 1853 vervangen door de Martinuskerk die een 35 meter hoge toren heeft. De bouw van de kerk heeft ruim 31.000 gulden gekost. Van het Rijk kreeg de parochie 21.000 gulden, wat betekende dat de vijandigheid tegenover het katholieke geloof ten einde was. Het pronkstuk van de kerk was en is de preekstoel uit 1866. Deze preekstoel werd gemaakt naar een ontwerp dat elf jaar eerder op een tentoonstelling voor religieuze kunst in Parijs had gestaan.Naast de Martinuskerk is er ook nog de monumentale Mariaschool aan de Rijdersstraat, die te herkennen is aan het torentje boven de ingang, een opvallend bouwwerk in het dorp. Tegenwoordig wonen in ’t Veld ongeveer 2150 mensen.