Unfortunately, at the moment we can provide only parts of this website in the English language. For those parts of the website that not yet have been translated we recommend use of the Google Translate option next to the title of the item.


Villages

Villages

In Fryslân you will find over 400 villages, some very small and some relatively large in size. Drachten without any doubt being the largest and Leons probably the smallest with its church, residence and five farmhouses.

All villages have their own interesting story and history to tell. Below we highlight all 400+ villages for you. To find a specific village, click on the corresponding initial letter of the village name. You can also find a village via the 'complete list of Villages and cities'.

Kies de beginletter


Makkinga is oorspronkelijk een streekdorp dat vanuit Oosterwolde in de 15de eeuw als agrarische ontginningsnederzetting is ontstaan. Het bestond aanvankelijk uit enkele agrarische streken. Er groeide geleidelijk een kom in de buurt van de kerk en om een brinkachtige ruimte op het kruispunt van wegen vanuit Oosterwolde, Oldeberkoop, Donkerbroek en Elsloo.

De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde in 1788: ‘Dit Dorp is, wat de buurt aangaat, een van de voornaamsten der Grieteny; doch de Kerk is zonder toren. Tot sieraad deezer buurt dient wel inzonderheid, het huis, hier voor deezen door die van Lyklama zeer fraai opgebouwd, en nu behoorende aan den tegenwoordigen Heere Grietman. De Kerkbuurt, omtrent even als Oude Berkoop, een groen plein in het midden hebbende, ligt aan den voornoemden Boven weg.’

Ten zuidwesten lagen flinke buurschappen, Twijtel en Middelburen, maar van de laatste is intussen niet veel meer te merken. De laatmiddeleeuwse Lycklamastins die aan de noordoostzijde van deze kruising stond is in 1829 afgebroken. Het was de enige stins in de wijde omgeving en dat wijst erop dat Makkinga op een strategische plek lag of een zekere status had of beide. Het dorp is na Oldeberkoop en voor Oosterwolde van 1848 tot 1886 hoofdplaats van de grietenij en na 1851 gemeente Ooststellingwerf geweest. In 1856 werd daartoe een bestaand gebouw tot gemeentehuis verbouwd. Omstreeks dezelfde tijd liet grietman/ burgemeester P.A. Bergsma Villa Nova als woonhuis bouwen.

Voor de ontwikkeling was het van belang dat in 1887 de Makkingaastervaart naar de gekanaliseerde Tsjonger werd gegraven en dat het in 1914 bovendien aan de tramlijn van Oosterwolde naar Steenwijk kwam te liggen. Aan de Wemeweg is in 1895 de zuivelfabriek gesticht, de Coöperatieve Melkerij ‘De Eendracht’ die in 1908 op stoomkracht overging. Korenmolen De Weijert werd in 1925 aan de Lyclamaweg herbouwd, na in Gorredijk (toen nog houtzaagmolen) en Twijtel te hebben gedraaid. Na de oorlog hebben eerst in het zuidoosten, daarna in het zuidwesten dorpsuitbreidingen plaatsgevonden.

Mantgum is een terpdorp dat in 1329 als Mantinga-heem in de bronnen voorkomt, maar veel ouder is. Het lag nabij de westelijke oever van de Middelzee en nu ligt het aan de spoorlijn Leeuwarden-Sneek. De laan die de spoorhalte met de kerkterp verbindt, de Seerp van Galemawei, heeft de allure van een stationsweg, maar dan op dorpse maat. Aan het begin van die laan staat het voormalige gemeentehuis, een karakteristiek bouwwerk uit 1939.

Mantgum is van 1908 tot de gemeentelijke herindeling in 1984 hoofddorp van Baarderadeel geweest. De voornaamste straat is genoemd naar Seerp van Galema, een hoofdeling uit de 16de eeuw die op de state Hoxwier woonde, noordoostelijk van het dorp. De state is in het midden van de 18de eeuw gesloopt. Seerps prachtige grafzerk staat in de kerk: hij staat er in vol ornaat afgebeeld. Aan weerszijden van de Seerp van Galemawei staan grote notabele woningen verscholen in diepe tuinen met veelal oude bomen. Het mooiste ensemble van dit type woningen in Friesland.

Bij de Frijbuorren ligt een laaggelegen, open stuk land, een uitgegraven terpflank. Aan de rand staat een aantal karakteristieke woningen, waaronder de pastorie en de oude Bewaarschool. In de noord-oosthoek staat Café Bonnema, een 18de- of vroeg 19de-eeuws rechthoekig blok van gele baksteen. De dorpskern van Mantgum is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Niet zo’n verwonderlijke status, het gave en schilderachtige karakter van het geheel in ogenschouw nemend. De naoorlogse uitbreidingen zijn aan de westkant van het dorp gekomen, nabij de NS-halte. Daar is onlangs een flinke uitbreiding naast gelegd, waarin het grote nieuwe dorpshuis opvalt.

De oude kern wordt gedomineerd door de blank gepleisterde kerk die uit de 16de eeuw zal dateren. Het ruime kerkhof wordt omvat door een smeedijzeren hek in neoclassicisme. Vooral het dubbele zwaaihek is van excellente kwaliteit. Het interieur is in 1779-"81 verfraaid met nieuwe betimmeringen en meubilair, waarbij de ronde preekstoel met bijbelse voorstellingen door H. Berkebijl opvalt.

We all know the feeling: you live in a busy city, you have a busy schedule and you are surrounded by busy people. This can trigger the desire to get away from this every day, busy city life. However, many people do not have the possibility to travel far for a peaceful environment. They do not have a car, do not have the time, do not have the patience or simply do not want take the effort. In this case, Marsum is the perfect location to visit.

Marsum is a Frisian village located 6 kilometers away from Leeuwarden (ten minutes by car). The village has 1085 inhabitants and is mainly characterized by its nice atmosphere, a kind character and many interesting cultural and the above mentioned historical attributes. Those historical attributes can be found in the historical centre of the village, representing the rich and interesting history of the village. These remainders include buildings, attractions and landmarks. One of the most significant historical possessions of Marsum is the church. It dates back from 1200, when it was dedicated to the holy Pontianus. The church is in good condition, as it has been frequently restored throughout the years and can be found. The church can be viewed in picture 2. Another one of Marsums treasures is the Poptaslot, which is a house that was built in the early 1500s. This building has served as a summer residence for its owner and a woman’s home for widows and other single woman and is so highly valued because it is one of the few houses that are still standing, dating back from that time. Picture 3 and 4 show the Poptaslot from different angels. The village is mainly characterized by its nice atmosphere, a kind character and many interesting cultural and the above mentioned historical attributes.

It is very advisable to visit Marsum. You will notice that you will enjoy the visit, just as many others have done already. The reason why visiting this village has pleased its former visitors is because of its small and kind character, the historical sightseeing possibilities and the location. All in all it can be said that a visit to Marsum should not be excluded from your to do list when living in/visiting the north of the Netherlands.

If you wish to receive any further information about this wonderful village, please feel free to visit our website, www.marssum.info

Midlum is een terpdorp en eeuwenlang een vooruitgeschoven post van Franekeradeel geweest. Het is ontstaan op een van de terpen die hier, zo dichtbij de zee, nogal dicht gezaaid waren. Het dorp was het eerste aan de rijweg, de Witteweg, van Harlingen naar Leeuwarden. De bedrijvige Koningsbuurt hoorde er ook bij. Daar stonden onder meer tichelwerken, kalkbranderijen en leerlooierijen. De kerk was in de Middeleeuwen een dochterkerk van de augustijner abdij Ludingakerk die tussen Harlingen en Achlum lag.

Het dorp met zijn Koningsbuurt is jaren geleden bij de stad Harlingen gevoegd. De kerk staat op een rechthoekige, vrij hoge terprest waar het dorp met hier en daar enige oude bebouwing onmiddellijk omheen gegroepeerd is. Aan de westzijde staan agrarische gebouwen en aan de noordoostzijde een groep gerestaureerde diaconiewoninkjes met gevelankers (1702). Langs de oude rijweg staat ook nog enige 19de en vroeg-20ste-eeuwse bebouwing, waartussen een voormalige smidse. Verder is het dorp, pas na 1950 sterk uitgebreid met volkswoningen en later met woningen in de vrije sector. Dat is in stroken ten noorden en oosten van de kerk maar vooral ten zuiden van de Leeuwarderweg gebeurd.

De kerk op het vrij ruime en hoge, door een ligusterhaag omzoomde kerkhof dateert grotendeels uit het begin van de 13de eeuw, maar zij heeft veel verbouwingen ondergaan. Vooral de toren, die in de 18de eeuw een elegante bekroning van een lantaarn bezat, is sterk gewijzigd. Hij is in 1810 verlaagd en voorzien van een achtkante ingesnoerde spits. Deze toren is helemaal van geel baksteenmateriaal, deels moppen en merendeels kleine drielingen opgetrokken. Aan het begin van de 20ste eeuw is de kerk opgeknapt, ommetseld, met uitzondering van de noordgevel die nog gele kloostermoppen laat zien. De zuidelijke muur is bepleisterd. Rond de ingang en de rondboogvensters steken de dagkanten van bruine mangaansteen uit. In het driezijdig gesloten koor zijn enige bouwsporen van vroegere openingen te zien, maar vooral de noordmuur is mededeelzaam met allerlei sporen van vensters en poortopeningen. Bij de toren staat een waarschijnlijk 18de-eeuwse zerk met een pracht van een afbeelding in hoog reliëf van een molen met schuren en zagerijen.

Midsland is een streekdorp dat is ontstaan op een oude strandwal. Ten zuiden van het huidige dorp werd aan de Hoofdstraat in de 10de eeuw al een houten kerkje van Stryp gesticht, dat later in steen is vervangen. Maar ook noordelijker, op de huidige plaats van de kerk, is in de 14de of 15de eeuw een kerk gesticht. In de omgeving van het dorp ontstonden nog andere buurschappen: Baaiduinen, Kinnum, Kaart en meer westelijk Hee.

Rondom de kerk van Midsland heeft, in tegenstelling tot de andere Terschellinger dorpen, komvorming met een vrij dichte bebouwing plaatsgevonden. Over een slenk werd de Westerdam aangelegd waardoor Stryp aan Midsland vast kon groeien. De Stryper kerk werd in 1569 verwoest, maar het kerkhof is tot het einde van de 19de eeuw in gebruik gebleven. De grafheuvel die meters boven de omgeving uitrijst, raakte in verval. Er staan de voor de eilanden en de kuststreek kenmerkende natuurstenen grafpalen uit het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw die met rolwerk en Vlaamse wortels de rijpe renaissance vormgeving bezitten die de beeldhouwateliers van de vaste wal zo goed beheersten. Het Stryper kerkhof is opgeknapt en nu zijn nog zo’n twintig van deze grafpalen te bewonderen.

Nadat de oude kerk van Midsland in 1880 werd afgebroken, is het jaar daarna een kruiskerk in decoratieve mengstijl naar ontwerp van M. Daalder uit Den Helder gebouwd. Op de zuidbeuk kwam een forse lantaarn met een achtzijdige spits. De niet al te degelijk gebouwde kerk is verschillende malen hersteld en op details gewijzigd. Inwendig heeft zij een gestukadoord kruisgewelf, twee galerijen en een orgelbalkon met een orgel uit de bouwtijd.

Aan de Heereweg staat het voormalige diaconiehuis uit omstreeks 1880. Aan de Oosterburen staat het van neoclassicistische elementen voorziene Polderhuis (1872) waar de bestuurders van de ingepolderde landerijen (grieën) bijeenkwamen om hun belangen te bespreken. In het dorp zijn verschillende 17deeeuwse woningen met tuitgevels met vlechtingen te vinden.

Miedum is een terpdorp waar in de loop der eeuwen niet zoveel van overgebleven is. Echter aan de uiterste noordelijke rand van de gemeente Leeuwarden heeft het wel een markante scheve wachter, een toren net zo scheef als de Oldehove. In de Tegenwoordige Staat van Friesland uit 1786 is te lezen: ‘Dit kleine dorpje heeft een Kerk met een toorntje, in de zestiende eeuw getimmerd. Even ten Noorden van hetzelve loopt eene dwarsvaart uit de Ee naar de wateren van Tietjerksteradeel.’ Vijftien jaar later had het dorp 64 inwoners.

In het midden van de 19de eeuw weet het Aardrijkskundig Woordenboek: ‘Vroeger stond hier eene kerk, met een torentje, doch zonder orgel, welke omstreeks het jaar 1630 gesticht werd. Zij is voor eenige jaren afgebroken, doch de toren is alleen blijven staan.’ De kerk is in 1834 afgebroken: de kleine gemeenschap kon de onderhoudskosten kennelijk niet meer opbrengen. Ondanks zijn verweerde uiterlijk staat de toren er nog trots bij. Het is een kenmerkende zadeldaktoren met schouders op de hoeken en een ijzeren kruis op de naald. Aan de westzijde zit een eenvoudige deur in een nis die heel even spitsbogig is en aan de oostzijde is beneden een spitsboognis te zien. De toren is misschien al gebouwd in de 14de, maar waarschijnlijker in de 15de eeuw. Uit de Middeleeuwen is er maar weinig te zien, want de toren kreeg in de 19de eeuw een nieuwe mantel aangetrokken, aan drie zijden van grauwbruine en aan de oostzijde van gele steentjes. Onderin zitten oudere verrassingen: een soort plint van stenen in flinke afmetingen, moppen en rooswinkels die uit de late Middeleeuwen stammen. Het kunnen stenen zijn die hergebruikt zijn van de in 1834 afgebroken kerk.

Aan het Wynserbinnenpaed 22 staat een boerderij die na brand in 1962 in traditionele vormen is herbouwd. De nieuwe kop-hals-rompboerderij, eigendom van het Sint-Anthony-gasthuis in Leeuwarden is door P. Kingma Lzn. ontworpen en misschien wel de laatst gebouwde van zijn soort.

Mildam is een streekdorp aan de Schoterlandseweg van Oudeschoot naar Donkerbroek dat in de 18de eeuw is ontstaan bij een plaats waar de Tsjonger kon worden overgestoken. Daar heeft het dorp zijn naam ook aan te danken. Er ligt nu een ijzeren ophaalbrug. De Tegenwoordige Staat van Friesland nam in 1788 niet de moeite om het dorp apart te vermelden, maar vatte de dorpen Brongerga, de Knipe en Mildam samen. Wel staat er te lezen: ‘Mildam is eene niet onvermaaklyke buurt, welke, voorzien met eene Kerk en Windkorenmolen, in grootte veele Dorpen overtreft, en gelegen is aan den rydweg tusschen Oude Schoot en Nieuwe Horne, op den wal van den dikwyls gemelden Kuinder stroom.’

De eenvoudige dorpskerk is in 1726 gebouwd, een ongelede en van enige rondboogvensters voorziene zaalkerk met een driezijdig gesloten koor. Naast de torenloze kerk staat een even eenvoudige klokkenstoel met zadeldak. Daarin hangt een in 1688 door Petrus Overney gegoten klok die afkomstig is uit de in 1972 afgebroken klokkenstoel van Hoornsterzwaag. Aan de Schoterlandseweg staat ook de herberg ‘Het Wapen van Schoterland’, reeksen vroege (1922) woningwetwoningen en de gereformeerde kerk uit 1857 met een in 1950 vernieuwde gevel.

Bij de ijzeren ophaalbrug over de Tsjonger, Bruggelaan 10, staat een wit geschilderde enigszins chaletachtige brugwachterwoning in eclectische stijl. De reeks wachterwoningen bij de in 1886/’88 gekanaliseerde Tsjonger of Kuinder, de brug bij Mildam en de sluizen onder Oudehorne, Jubbega en Donkerbroek zijn van eenzelfde type. De woning vormt aan de zuidelijke rand van Mildam met de ijzeren flapbrug een monumentaal ensemble.

Aan de Aaltjelaan (moet zijn: IJntzelaan - red.) kocht kunstenaar Louis le Roy aan het begin van de jaren zeventig een vier hectare groot terrein bij Mildam, een overbemeste cultuursteppe, die hij lukraak inzaaide. De restanten, meer dan 15.000 ton puin, van de stedelijke cultuur zijn gestort om er een eco-kathedraal te vormen. Het is een complexe woekering met overdachte structuren van terrassen, trappen, torens, poorten, gangen en stegen.

A place that invites in every single facet with a host community, warmly and welcome.

Either with family or beloved ones, Minnertsga is a village worth visiting which gives more than the outward appearance seems to be.

It is a region with a population of around 1850 inhabitants which are part of a dynamic community. Located in the northern part of the Province of Friesland, in the Netherlands, Minnertsga can be identified as one of the oldest villages of Het Bildt municipality. Not without reasons, the region provides a hand full old history and culture assets as from former Frisian nobility. Old and young have the chance to explore historical and archaeological monuments that highlight the village. Due to its past, Minnertsga is still characterized by 13 protected and historic monumental listed, which is accessible for public. For instance “Meinardskerk”, a reformed church with corresponding graveyard and an eye catcher of the city.

This place will enchant with its charming atmosphere and cultural assets that allows walking around and finding their relaxation and inspiration. Moreover, it also offers the possibility to become active and engaged into the lively and dynamic place. Sport activities such as biking, soccer, tennis and hiking are just a few possibilities to mention. This in particular balances the idea of a peaceful and relaxing atmosphere combined with a good mix of event enjoyment. A yearly so called ‘’dorpsfeest’’, which is a local celebration that takes places in the city and attracts most of the citizens of Minnertsga. The village celebrates with decorated wagons which come with competition activities. A perfect opportunity to experience the culture life and live it.

Het kleine dorp Mirns wordt voor het eerst vermeld in de 12de eeuw en ligt ten zuiden van het veel grotere Bakhuizen dat op zijn grondgebied is ontstaan. Het bestaat uit twee buurten met vrij open bebouwing. Het noordelijke gedeelte bestaat uit bebouwingsstreken bij de kruising van de Breelenswei en de Murnserdyk naar het zuiden. Het zuidelijke deel is de oorspronkelijke kern en ligt op een meter of vier hoogte op de Mirnser Klif nabij de kust. Het vertoont een begin van komvorming. Daar stond tot in het midden van de 18de eeuw de kerk.

Tussen wat groepjes huizen en enige boerderijen ligt het schilderachtige kerkhof met een klokkenstoel met schilddak, die er al voor 1723 stond. In veel Friese dorpen werden in de oorlogstijd door de bezetter de klokken gevorderd, in Mirns werd niet alleen de klok, maar ook de klokkenstoel oorlogsslachtoffer. Niet door de schuld van de bezetter, maar door een ongeluk van een neerstortende geallieerde Lancester bommenwerper. De klokkenstoel is in een lagere en zwaardere vorm herbouwd. Westelijk staat een eenvoudige middengangswoning op een erf met geschoren hagen, oostelijk een grote stelpboerderij met een trage dakhelling. Aan de Murnserdyk staat bovendien een woonhuis met neoclassicistische karaktertrekken. Bij de Wieldyk nabij de kust staat een kleine Amerikaanse windmotor uit omstreeks 1920. Recentelijk is er nabij de gemeentegrens van Gaasterlân en Nijefurd een omvangrijk buiten gebouwd in de vorm van een middeleeuwse stins, maar dan toch weer in vrij moderne uitdossing.

Voor de kust ligt westelijk het natuurgebied de Mokkebank. Het reservaat ontleent zijn naam aan de grote groepen meeuwen, ‘mokken’, die er broeden. Nu wordt de bank bezocht door andere vogelsoorten. Er is een pad naar een vogelkijkhut. Oostelijk strekt zich de soms tot ruim vijf meter opgestuwde hoge keileemrug van het Mirnser Klif uit, die achter het Rijsterbos ’s zomers zeer druk bezocht wordt. Daar bevindt zich dan ook een paviljoen. Mokkebank en klif worden beheerd door It Fryske Gea.

Moddergat is een klein dijkdorp dat als westelijke uitbreiding op het Westdongeradeelster gebied van het Oostdongeradeelster dorp Paesens is ontstaan. De dorpen worden gescheiden door het water de Paesens, oorspronkelijk een zeeslenk, die zuidwaarts om Oosternijkerk heen naar Dokkum loopt.

Moddergat kent net als het buurdorp Paesens een verleden als vissersdorp. Het bestaat uit twee buurten. Nabij de Paesens ligt De Kamp die aansluit op het buurdorp. Daar is in 1912 de gereformeerde kerk gebouwd, een eclectische zaalkerk met een omlijste ingangspartij en een houten dakruiter op de voorgevel. De Oere – wat de oever betekent – ligt verder westelijk. Het is een gaaf bewaarde vissersnederzetting die na restauratie deels een museumfunctie kreeg. De meeste vissershuizen dateren uit de tweede helft van de 18de eeuw. Ze zijn gewoonlijk in gele baksteen tot één laag opgemetseld en voorzien van een hoge kap die aan de zijde waar de bedsteden kwamen even doorschieten. In Visserspad 4 is de oorspronkelijke indeling bewaard gebleven met een schouw, een bedstedenwand en een betegelde kamer.

Op de zeedijk herinnert een monument aan de stormramp die in de nacht van 5 op 6 maart 1883 vrijwel de gehele vissersvloot van 22 schepen uit Moddergat wegvaagde. Daarbij vonden 83 vissers de dood. De visserij heeft zich nimmer kunnen herstellen. Toch bleef de zee de voornaamste bron van bestaan. Zeevarenden gingen in dienst bij reders die soms veraf woonden, tot Vlaardingen en Emden toe. Tussen de wereldoorlogen ging het in de Waddenzee en Lauwerszee ineens opvallend goed met de garnalen. De Moddergasters pasten zich aan. De garnalen waren niet voor menselijke consumptie, maar werden verwerkt tot eiwitrijk diervoer, puf. Om ze goed te drogen werd een coöperatie gesticht die in 1924 een garnalenfabriek ten westen buiten het dorp stichtte. ‘It grenaatfabryk’, een eenvoudig roodstenen schuur met golfplaten dak, is in 1930 nog uitgebreid. In het begin van de jaren veertig liep na een recordvangst in 1940 de opbrengst snel terug. In 1943 is de fabriek opgeheven.

Molkwerum heette eeuwenlang de Friese Doolhof; het is een archipeldorp en dat is nog te ervaren. De huizen stonden vroeger op eilandjes en ondanks dempingen is het beeld van weleer nog op te roepen, dankzij enkele tussen de huizen door lopende grachtjes. Deze kronkelende watertjes bepaalden de structuur en niet straten met netjes gerooide bebouwing.

Het dorp lag tussen waterpartijen, ten noorden lag de Zuiderzee, ten zuidwesten het uitgestrekte Staverse Meer, dat aan het begin van de 17de eeuw is drooggemalen. Hier woonden varensgasten die voor meestal Amsterdamse reders op vooral de Oostzee voeren. Van het maritieme verleden resteert niets meer. In tegenstelling tot andere stadjes en grote dorpen nabij de voormalige Zuiderzee, heeft Molkwerum niet een compacte structuur met dichte bebouwing, maar is het dorp transparant met allerlei doorkijkjes. Nog steeds lijken de meeste huizen kriskras door elkaar te staan: ze roepen een sfeer op van een bekoorlijke eenvoud. Het voormalige rechthuis, Hellingstrjitte 8, uit 1697 is een hoogtepunt. Het erfgoed van het dorp wordt onder de aandacht gebracht in het bakkerswinkeltje naast de Molkwerumer koekfabriek. De winkel is nostalgisch ingericht.

De hervormde kerk is in 1850 gebouwd en de zadeldaktoren is uit 1799. De kerk bezit een oude koperen doopbekkenhouder en drie koperen kronen, waarvan de oudste uit het einde van de 16de eeuw dateert. De tweede uit 1648 bezit schildjes met klederdracht en de derde is in de 18de eeuw vervaardigd.

Molkwerums bloeiperiode viel tussen het midden van de 16de en het einde van de 17de eeuw. Nadat de koopvaardij op de Oostzeelanden stagneerde, schakelden de Molkwerumer schippers over op de visserij. De Staverse jollen konden in de baai voor de kust worden afgemeerd. Het Wijd, met een kom bij de sluis in de zeedijk, zorgde voor een waterverbinding. Die is nog maar net te herkennen; het haventje is in de jaren zestig grotendeels gedempt en de sluis gesloopt. Alleen de sluiswachterwoning en de natuurstenen trap over de dijk zijn behouden gebleven.

Morra, a small village located in Friesland with a history that dates back to a time where the calculation of times was actually not established yet.

Back in the days, the land where the village is built upon today was swamp.

Nowadays, the charming town inhabits about 240 people who are mainly Frisians.

Impressive monumental farms and homesteads are embellishing the village in the north and the towns church, which has been established around the 13th century is glazing the centre of the village in its early gothic style and the world known Frisian abbey stones.

The inside of the building accommodates various coffins made out of marble from ancient times.

Next to that, it is surrounded by old Frisian houses and a street that imbeds the village which makes the town an attractive, peaceful place. Besides, the sounds of the working craftsmen in their sheds and the smell of serenity is giving Morra this exceptional authentic character.

The village has neither shops nor any accommodating facilities for visitors but only due to that the town contains this extraordinary undisturbed atmosphere.

The only noise that reaches the visitor´s ear is of passing cars from afar. This noise however reflects the village´s well connected location.

If you seek for a peaceful and silent ambience on your journey through the Frisian wonderland, Morra should be on your list to see how villagers live their daily lives.

When you are in Friesland, don’t forget about little villages like Morra. Their touching atmosphere will touch you and even without many touristic attractions, it will be an unforgettable visit.

For more information please see www.frieslandwonderland.nl or directly go to Morra. It is worth it!

Mûnein is een streekdorp dat tot 1948 bij Oentsjerk hoorde en toen de status van zelfstandig dorp kreeg. Het dorp bestaat uit buurten aan weerszijden van verschillende wegen en paden die langs de Dr. Kijlstraweg hier en daar verdichtingen kennen en bij de kruising met de Jelte Binneswei tot een soort dorpskom zijn gevormd.

Het dorp heeft zijn naam te danken aan een molen die helemaal in het oosten, tegen de grens met Dantumadeel stond. Op de grietenijkaart van Tytsjerksteradiel in de Schotanusatlas staat de molen aangegeven, vlakbij het meertje De Zwarte Broek dat toen veel uitgestrekter was dan tegenwoordig. Op de kaart in de Eekhoff-atlas is de molen verdwenen. Het dorp had toen geen hoogtepunt meer, want het heeft nooit een kerk gehad.

Pas omstreeks 1900 kwam er, en nu aan de zuidoostelijke marge van het dorp, weer een hoogtepunt: de vlasfabriek met een flinke schoorsteenpijp, door de filantroop Th.M.Th. van Welderen baron Rengers gesticht voor de werkgelegenheid. Het niet meer in bedrijf zijnde complex is met zorg van gele steen gebouwd. Het hoogste, onder een dubbel zadeldak gevatte gedeelte is gedekt met Friese gegolfde pannen die om en om grijs gesmoord en oranjerood zijn. Het levert een decoratief beeld op. Daarachter strekt zich een lagere vleugel uit waardoor een mooie spanning tussen verticale en horizontale elementen is ontstaan.

De meeste bebouwing is ingetogen, al staan er in en bij het dorp ook enkele flinke boerderijen, zoals die uit 1880 aan de Kaetsjemuoiwei 28. Op nummer 37 staat een huis uit 1751 dat gedeeltelijk van kloostermoppen is gebouwd. De in 1905 opgerichte ‘Vereeniging tot verbetering van de volkshuisvesting in de dorpen Giekerk, Oenkerk en Oudkerk’ bouwde in 1907 en 1908 aan de Kaetsjemuoiwei en Dr. Kijlstraweg vier dubbele arbeiderswoningen, de vroegste woningwetwoningen op het platteland van Friesland. Ze staan er nog steeds, maar zijn tot vier woningen samengevoegd. Meteen na de Tweede Wereldoorlog is aan de Dr. Kijlstraweg een fraaie rij volkswoningen gebouwd in de traditionalistische trant van de Delftse School.

Munnekeburen is een streekdorp dat waarschijnlijk in de late Middeleeuwen aan de Padsloot is ontstaan. Vanaf het zuiden, vanaf Spanga, liep de Padsloot in een boog door de westelijke hoek van Weststellingwerf om ook de dorpen Scherpenzeel, Munnekeburen en een deel van Oldelamer te ontsluiten. Naast de sloot liep een voetpad. Op de grietenijkaart in de atlas van Schotanus uit 1716 staat de bebouwing van het streekdorp bij deze sloot aangegeven, terwijl aan de even westelijker gelegen weg, de Grindweg die nu de voornaamste verkeersverbinding vormt, bijna nog geen bebouwing staat.

De Tegenwoordige Staat van Friesland wist in 1788 niet veel te melden, wel dat aan de Grindweg al wat meer bebouwing is ontstaan: ‘dit Dorpje, ten Noorden van ’t voorige Scherpenzeel, op dezelfde wyze gelegen, heeft ook eene Kerk, met een klein spitsje; zynde de huizen gebouwd aan denzelfden rydweg, waar aan ook de twee voorgaande Dorpen liggen, als mede aan de vaart, de Padsloot genaamd, die van Spangen, voorby Scherpenzeel, hier door loopt, tot aan den Weerdyk.’

Het dorp heeft in 1825 veel schade ondervonden van de stormvloed. Huizen werden vernield en de kerk stond op instorten. Op de kaart in de atlas van Eekhoff uit 1850 is nog nauwelijks te zien dat het dorp zich van de Bandsloot naar de Grindweg aan het verplaatsen was. Deze twee dorpsassen kwamen bij de kerk dichtbij elkaar en daar was al enige verdichting in de bebouwing ontstaan. Gedurende de 19de eeuw bood naast landbouw de vervening veel werk en dat is op de kaart met de vergraven landen te zien.

De aardig gedetailleerde, driezijdig gesloten kerk uit 1806 heeft een houten geveltoren. Het gebouw is in 1860 ingrijpend verbouwd. Munnekeburen is nog steeds een karakteristiek streekdorp met vrij dichte lintbebouwing. Door het kronkelige beloop van de Grindweg en de niet consequent aangehouden rooilijnen levert dit levendige dorpsgezichten op. De bebouwing aan de oudere as van de Padsloot is veel losser.

Munnekezijl is een komdorp, dat in de late Middeleeuwen is ontstaan bij de in 1476, door de cisterciënzer monniken van Gerkesklooster geslagen sluis in de Lauwers die het door hen ingedijkte land moest beschermen. De sluis is een paar keer verlegd en vernieuwd. Er is aan het einde van de 16de eeuw een verdedigingsschans aangelegd. De bouw van de huidige sluis in 1741 vormde een onderdeel in de verbetering van het Zijldiep en Munnekezijlsterried. In de jaren 1874/’77 is de dijk van Nitterhoek en Zoutkamp aangelegd en zo werden de dijken bij Munnekezijl slaperdijken en had de sluis geen zeekerende functie meer.

In 1882 werd iets oostelijker ter bevordering van de afwatering een stroomkanaal gegraven en een grote spuisluis aangelegd. Deze indrukwekkende sluis bestaat uit elf afsluitbare stroomgaten en aan de buitenzijde een van steunberen voorziene hoge keermuur. Aan de binnenzijde is een brug over de stroomgaten gelegd.

De nederzetting die zich ten westen van de sluis ontwikkelde is, ondanks dat er in 1665 al een kerk werd gesticht, lang een buurschap onder Burum gebleven. De kerk is in 1899 vernieuwd in een min of meer neorenaissancestijl naar ontwerp van de in deze streek zeer actieve architect H.A. Zondag. Het is een zaalkerk met een sierlijk toegangsportaal en een opengewerkt houten torentje op de voorgevel dat nog uit een verbouwing van 1856 dateert.

De gereformeerden lieten in 1913/’14 een naar verhouding flinke kerk bouwen naar ontwerp van architect Egbert Reitsma. Ook dit is een zaalkerk maar deze heeft een uit de voorgevel gebouwde toren die met flankerende ruimten een aardige frontpartij vormen.

Een derde bouwwerk dat het dorp silhouet verschaft is de Munnekezijlstermolen die ook wel ‘Rust Roest’ wordt genoemd. Het is een met riet gedekte achtkante stellingmolen op een stenen onderbouw uit 1856. Hij is als pelmolen gebouwd maar nu als korenmolen in gebruik. Aan de randen en in de buurt van het dorp zijn veel monumentale boerderijen te vinden.


Archivering van erfgoedinformatie met het ErfgoedCMS™

Bent u geïnteresseerd in erfgoedinformatie en hoe u dit op een professionele en duurzame manier kunt ontsluiten op het internet, dan is het volgende voor u van belang.

Sinds kort is er namelijk het ErfgoedCMS™ van DeeEnAa. Met dit op maat gemaakte ErfgoedCMS™ kan ieder dorp of iedere stad haar erfgoedinformatie registreren, rubriceren en ontsluiten. Daarnaast kan het ErfgoedCMS™ worden ingezet als webshop voor lokale producten en kan het de basis vormen voor dorps- of stadswandelingen compleet met QR-code bordjes.

Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij u graag naar de pagina over het ErfgoedCMS™ op de ErfgoedCMS-website via onderstaande knop.