Unfortunately, at the moment we can provide only parts of this website in the English language. For those parts of the website that not yet have been translated we recommend use of the Google Translate option next to the title of the item.
Tersoal
Tersoal is een van de dorpen van de Lege Geaen, verkort de Legean, ten zuidoosten van de voormalige Middelzee, even noordoostelijker dan Sibrandabuorren. De schilderachtige kern wordt gevormd door de kerk en omgeving. Zij ligt ten zuiden van de doorgaande weg, in een setting van oud geboomte en op een betrekkelijk ruim kerkhof met haag. Met de bebouwing om het kruispunt met de Wietsterwei en de omliggende buurtjes aan de zuidzijde en zuidoostzijde is het wel herkenbaar als een terpdorp. Maar ook hier is het dorp, net als Sibrandabuorren, uitgerekt tot streekdorp. Dat is vooral aan de zuidwestzijde gebeurd, de Suderbuorren die vroeger een aparte buurschap vormden met daar ook een kerk van de afgescheidenen.
Dit dorp was net als de andere dorpen van de Legean naar alle kanten met vaarten ontsloten, vooral naar de Oudvaart. Halverwege het volgende dorp Poppenwier loopt de Bangavaart, die helemaal bij de noordwestelijke punt van het Sneekermeer met de Soalstersyl verbinding met het grootscheepsvaarwater biedt.
De beperkte omvang en het geringe aantal inwoners van Tersoal in het verleden zijn af te lezen aan de fraai gelegen kleine kerk die in 1838 de oude, aan Sint Vitus gewijde kerk, verving. Die vernieuwing zou onder leiding van de Sneker bouwmeester Pieter Rollema gebeurd zijn. De verhouding van kerk en toren is daardoor merkwaardig geworden. Hoewel de kerk bij die bouwactiviteiten iets ingekort schijnt te zijn en de toren niet buitengewoon robuust is, oogt het kerkje erachter als een kapel. In vergelijking met de oude kerk is het nieuwe gebouw acht meter korter. Dit kerkje heeft in de 19de eeuw een uiterst eenvoudige uitdossing gekregen: een ongeleed schip met twee grote spitsboogvensters en een driezijdige koorsluiting met twee vensters in genoemde vorm. De oorspronkelijke toren uit vermoedelijk de 14de eeuw is zonder enige sier, maar wel met kleine, rondbogige galmgaten aan alle zijden, opgetrokken van rode kloostermoppen. In de toren is de toegang tot de kerk opgenomen.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel