Vliehors op Vlieland
De Vliehors. Een uitgestrekte vlakte onder wisselende luchten, waar de natuur zich onweerstaanbaar aan de mens opdringt. Waar de wolken, de zon en de zee, de regen en de mist diezelfde mens zo veel kleiner maken. Op de Vliehorst staat altijd wind. Altijd ook is er het geluid te horen van zwermen vogels aan het Wad. Deze zandplaat, die bijna de helft van het eiland beslaat, is vrijwel altijd verlaten.
Alleen in de vakantietijd wordt de stilte een paar keer per dag verstoord door een overmatig grote terreinwagen vol gasten die bij wijze van safari de zandvlakte doorkruist. Wie op Vlieland uit het dorp is vertrokken en na een paar uur lopen de laatste posten van de bewoonde wereld is gepasseerd - het Posthuis en de kazerne - raakt langzaam maar zeker los van het alledaagse leven. De duinen worden kleiner als aan de horizon uit het niets vreemdsoortige silhouetten oprijzen, als in een film van Fellini. Silhouetten, waarvan op grote afstand, zeker als het een beetje nevelig is, geen precieze voorstelling is te maken. Pas na een tijd ziet de waarnemer, dichterbij gekomen, aan de voet van een reddingshuisje een bonte kraal opgetrokken uit aangespoelde planken en andere materialen. En nog verder, op de uiterste punt van het eiland, een magnifiek staketsel dat dienst doet als kade voor het pontje naar Texel. Een verpletterende ervaring, die alleen maar groter wordt bij mist, bij volle maan of bij donderende luchten.