De 412 dorpen van Friesland

De 412 dorpen van Friesland

Er zijn meer dan vierhonderd dorpen in Friesland te vinden, van groot tot klein.

Waar je je ook bevindt in de provincie, overal zie je aan de horizon in alle windrichtingen kerktorens en -torentjes staan. Allemaal vertegenwoordigen ze een van de Friese dorpen. Zonder uitzondering dorpen met een eigen verhaal, traditie en een lange historie. Somige zelfs met een eigen taal zoals de dorpen in Het Bildt of de Stellingwerven. Daar praat men Bildts en Stellingwerfs. In de omgeving van de dorpen vaak talloze kleine of grotere boerderijen van het type Stjelp of Kop-hals-romp. Per regio hebben deze boerderijen vaak een speciaal type uilenbord dat hoort bij het gebied.

Drachten en Heerenveen zijn zondermeer de grootste dorpen van Friesland. Leons wellicht het kleinste met haar kerk, woonhuis en boerderij (zie foto). Groot of klein, allemaal hebben ze hun eigen interessante verhaal en ontstaansgeschiedenis. Hieronder zetten we dit graag voor u op een rij.

Om een bepaald dorp te vinden klikt u op de bijbehorende beginletter. Binnenkort voegen we meer zoekmogelijkheden toe aan deze pagina.

Kies de beginletter


Veenklooster is een streekdorp met in het midden een brinkachtige ruimte. De nederzetting heeft nooit een kerk gehad, maar de ontwikkeling hangt wel samen met een kloosterstichting. Het is ontstaan bij een kruising van wegen van en naar Kollum, Oudwoude, Kollumerzwaag en Twijzel.

In de 11de of 12de eeuw is het gebied in cultuur gebracht. In de 13de eeuw stichtten de premonstratenzers er vanuit Dokkum het vrouwenklooster De Olijfberg, waarvan de eerste vermelding in 1287 bekend is en waarvan het grondbezit dankzij legaten groeide tot ongeveer 245 ha. Het klooster is in 1579 verlaten en in 1644 kwamen de restanten van de gebouwen en de landerijen in het bezit van de familie Van Fogelsangh. Zij stichtte op de kloosterterreinen een state die nog steeds het middelpunt van de nederzetting is. De monumentale, neoclassicistische boerderijen, de personeelsonderkomens in chaletstijl en het statige ‘Lyts Slot’ die bij de state horen, staan rond en ten (noord)oosten van de state. Ten westen daarvan ontwikkelde zich een kleinschalige bebouwing rond de brinkruimte en langs de wegen naar Kollumerzwaag en Twijzel. In de bebouwing zijn vriendelijke huisjes en woudboerderijtjes uit voornamelijk de 19de eeuw en een herberg die tot een grote en drukke dancing is uitgebouwd.

Fogelsanghstate is een landhuis dat in het midden van de 17de eeuw is gebouwd, omstreeks 1734 met een beuk vergroot en aan het einde van de 18de eeuw van een nieuwe gevel met pilasters is voorzien. Met het oog op een koninklijk bezoek is de state in 1873 verhoogd en gepleisterd. Het landhuis heeft een museumfunctie. Eromheen en erachter ligt een van de uitgestrektste parken van Friesland. In de 18de eeuw had het een barokaanleg. Lucas Roodbaard heeft er in de eerste helft van de 19de eeuw in verschillende fasen een landschapspark van gemaakt met afwisselend parkachtig en bosachtig karakter. Er zijn allerlei verrassingen te vinden: driewegbruggetje, ijskelder, kluizenarij, een zeer hoge heuvel met grote theekoepel bij een ruim hertenkamp. Vooral de vijverpartij is fascinerend.

Vegelinsoord is een jong streekdorp dat in de tweede helft van de 19de eeuw is ontstaan in de noordoostelijk punt van de Haskerveenpolder die in deze periode werd verveend. De nederzetting is aanvankelijk naar een nabij liggend water Stobbegat genoemd. De weinig vleiende naam is aanvankelijk in Stobbega veranderd. Omstreeks 1955 werd de officiële naam Vegelinsoord, naar de adellijke familie die voor de ontwikkeling van Haskerland veel betekende. De oude naam leefde nog lang voort, maar de nieuwe is nu gangbaar.

Gedurende de 19de eeuw is hier op grote schaal laagveen gewonnen. Vanaf het midden van die eeuw kon begonnen worden aan het droogmalen van het tot een petgatengeheel geperforeerde gebied. Op de grietenijkaart in de atlas van Eekhoff uit die tijd is te zien hoe sterk de veenpolder is vergraven. De in 1859/’60 gebouwde poldermolen die ten noorden van Vegelinsoord staat, herinnert hier aan. Deze ‘Deelsmolen’ of ‘Grevensmolen’ bemaalde het noordelijke gedeelte van de Haskerveenpolder. Het is een achtkante grondzeiler met een bakstenen voet en een met riet beklede romp en kap. In de gebieden de Binnengreven en Buitengreven is de ontginning van de uitgeveende streek begonnen. Daar staat aan Deelswal 3 een boerderij uit 1888 met een onderkelderd blokvormig voorhuis op de hoek van de schuur. De meeste andere bebouwing in de polder is van jongere datum, want in de jaren dertig werd werk gemaakt van het in cultuur brengen van de hele Haskerveenpolder. Er zijn boerderijen en arbeiderswoningen uit deze periode te vinden.

In het noordoosten heeft zich de nederzetting met geconcentreerde bebouwing ontwikkeld. Die was in de 19de eeuw door waterverbindingen goed ontsloten, maar nu het verkeer voornamelijk over de weg plaatsvindt, ligt Vegelinsoord tamelijk geïsoleerd. De buurschap met haventjes bij het Muontserak, Rusken en Snilen kreeg mede dankzij nieuwbouw in de naoorlogse jaren het karakter van een dorp, welke status het intussen ook heeft bereikt. De in het dorp vrij brede Zwarte weg vormt met een plantsoen het centrum.

Vinkega is een streekdorp dat in de Middeleeuwen is ontstaan aan de Binnenweg van Oldemarkt naar Noordwolde, een ontginningsas waaraan ook Blesdijke, Peperga en Steggerda zijn ontwikkeld. In het oosten van de streek kwamen de Binnenweg en Bovenweg samen. Op de grietenijkaart in de atlas van Schotanus uit 1716 is te zien dat net als bij de andere dorpen aan de Binnenweg de bebouwing aan de noordzijde ligt, wat nog steeds het geval is. Nabij de vaart staat ook de kerk.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland werd in 1788 van Vinkega gemeld: ‘dit Dorp ligt ten Westen van ’t voorige Noordwolde aan denzelfden rydweg, die wegens het geboomte en de bouwlanden ter wederzyden niet min vermaaklyk dan de voorgaande is. De turf, die hier gegraaven wordt, kan door de Finkegaster Sloot, die uit de Noordwolder Sloot naar de Veenen gegraaven is, en door de Opsplyting en andere Wyken, gemeenschap met de Vierde Parten heeft, naar de Linde worden afgevoerd. Weleer zag men hier by de Kerk een spitsen toren van een byzonder en doorlugtig maaksel; doch die, bouwvallig geworden zynde, in 1754 is weggebroken. … Ook zyn hier de turfgraaveryen zeer aan ’t afneemen. Onder dit Dorp … behooren de buurtjes Wester-Hoeve en Ooster-Hoeve, niet verre van de Linde. Van dit Dorp loopt een rydweg door de landen naar Oldeholtpade, door een Wad in de Linde; doch deeze weg wordt sedert lang niet meer gebruikt.’ De hier genoemde buurtjes zijn veel later het dorp De Hoeve gaan vormen.

De kerk is in 1899 vervangen door een nieuw gebouw naar plannen van B. Rouwkema die ook de hervormde kerk van Steggerda ingrijpend zou gaan verbouwen. Het is een zaalkerk met een driezijdige sluiting met steunberen bij de traveeën en vensters en detailleringen die in hun mengstijl nog het meest naar de neogotiek verwijzen. De toren is opnieuw een bijzonder maaksel want het is een gedrongen zadeldaktoren waarvan de naald niet, zoals gebruikelijk in Friesland west-oost, maar noord-zuid is gericht.

Vrouwenparochie is een streekdorp dat in de loop van de 16de eeuw is ontstaan nadat in 1505 Het Bildt ingepolderd was. Het is het oostelijkste van de Bildtdorpen. Net als Sint-Annaen Sint-Jacobiparochie is het gegroeid aan de Middelweg. Bij Vrouwenparochie is dat niet gebeurd op een kruising van wegen of vaarten, maar ten oosten van de kruising met de Hamerenweg-Attesweg, waarbij de streekbebouwing aanvankelijk juist in oostelijke richting groeide naar het water van de Oude Rijd. Daar ontstond bij de al in 1555 vermelde korenmolen aan de grens met Leeuwarderadeel een buurt: Vrouwbuurstermolen. De achtkante stellingmolen op een vierkante, met hout beklede onderbouw en een met riet gedekte romp en kap dateert uit waarschijnlijk 1862. Er is verder een café-restaurant en ten noorden van de buurt staat op het grondgebied van Leeuwarderadeel de goed onderhouden, nu als woonhuis gebruikte halte 3de klasse van de lokaalspoorweg uit 1901. De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde van Vrouwenparochie: ‘Men vindt hier eene goede Kerk met een spitsen Toren, en een goede dubbele buurt Huizen.’

Aan de Middelweg, die in het centrum J.P. van der Bildtstraat heet en oostelijker Waling Dijkstrastraat, staan verschillende panden met 18de-eeuwse halsgevels met schouder- en kuifstukken. Aan het oosteinde staat een opvallende uit 1903 daterende boerderij met blokvormig voorhuis dat royaal is versierd met sierpleisterwerk in neorenaissance vormen. Op nummer 21 staat een pand met een lijstgevel en een pilasteromlijsting om de ingang. In de zijgevel zit een gedenksteen voor de Friese volksschrijver Waling Dijkstra die hier een bakkerij heeft gehad.

De kerk staat ten noorden van de Van der Bildtstraat wat teruggetrokken, waardoor een dorpsplein is ontstaan. De hervormde kerk is een eenbeukige kerk met houten geveltorentje en vijfzijdige koorsluiting die in 1670 is gebouwd ter vervanging van de 16de-eeuwse. Zowel in het koor als in de westelijke gevel zijn ingangen aangebracht. Die in het westen heeft een classicistische omlijsting en een bekroning met het verhaal van de stichting.


Nieuwe encyclopedie van Fryslân voor slechts € 29,90 incl. verzenden!

Bijna 8 kilogram aan kennis over Friesland! Wees er snel bij want op is op.

De Nieuwe Encyclopedie van Fryslân is een onmisbare aanvulling in de boekenkast voor iedereen die gek is van Fryslân en meer wil weten van deze provincie. Op 15 september 2016 verscheen de vierdelige encyclopedie die rond de 3000 pagina’s telt, 11.000 trefwoorden bevat en ruim 8 kilo weegt. De encyclopedie staat bomvol actuele kennis over Fryslân en is een echte pageturner geworden.

Voor al diegenen die dit standaardwerk over Fryslân altijd al hadden willen hebben! Nu voor een wel heel speciaal prijsje! Maar let op! Op = Op!