Dorpscanon van Goingarijp


Dorpscanon van Goingarijp


Welkom op de dorpscanon van Goingarijp.

In deze dorpscanon wordt het dorp Goingarijp beschreven. De ‘vensters’ vertellen je over de meest bepalende personen, gebeurtenissen, gebouwen en ontwikkelingen die Goingarijp nu en in het verleden haar bijzondere sfeer en karakter hebben gegeven.

Er zijn nu 12 vensters klaar, maar er komen er meer. We houden je op de hoogte. De dorpscanon wordt ook in de vorm van een dorpswandeling aangeboden door Plaatselijk Belang van Goingarijp. Je wandelt door de oude kern rondom de kerk, langs een 12-tal bordjes waarop de verhalen en foto’s van de vensters staan.

Je krijgt zo een goed beeld van hoe het leven op die plek vroeger was. De wandeling duurt ongeveer 30 minuten en begint op It Hof 17. Ter hoogte van It Hof 11 staat het algemene informatiebord van Goingarijp (naast de brievenbus).

Om alvast in de stemming te komen presenteren wij hiernaast een video gemaakt door Peter van Vliet, een inwoner van ons prachtige dorp, die de historie van Goingarijp in een 10 minuten durende video prachtig weet te vangen in beeld en geluid.


Op deze plek zijn in 1933 Albert en zijn vrouw Foukje Brink een bakkerij annex winkel begonnen. Op huisnr. 11 staat inmiddels een andere woning. “Altijd die heerlijke geur, vooral als er suikerbrood werd gebakken", herinnert een buurvrouw zich. Doordeweeks werden de bestellingen voor `bûtenùt` aan huis gebracht door zoon Hyltje. De inwoners in het `doarp` moesten het brood zelf halen, maar kregen dan wel als beloning een stuk `koarstekoeke` mee. Dit was een soort kruidkoek, waar de bakker de kanten van afsneed om weg te geven aan de klanten. Het werd daarom ook wel `kantkoek` genoemd.

De winkel en bakkerij waren het kloppend hart van het dorp. Albert en Foukje waren echte dorpsmensen en stonden altijd klaar voor de mensen van het dorp. Zo heeft Albert Brink zich ook vele jaren ingezet als voorzitter van Plaatselijk Belang. De bakkerij was ook een soort `doarpsromte`: met sinterklaas kon men sjoelen en ballengooien in de bakkerij. Deze traditie wordt nog steeds voortgezet, alleen is de plek veranderd.

Bakker Brink kreeg als eerste een telefoon. Als je wilde bellen kon je daar terecht, of de bakker kwam bij je langs als er een bericht voor je was. Je wist toen niet beter, zo was je opgegroeid en het werkte prima. Het huis bestond uit behalve de bakkerij, een woonkamer, een woonkeuken, een slaapkamer en een winkel. De kinderen sliepen boven op zolder.

De oven van de bakkerij werd in de beginperiode verwarmd door het verbranden van takken en turf. Later werd de oven verwarmd door middel van een oliebrander. De olie daarvoor werd opgeslagen in olievaten achter de bakkerij. In de oorlogsjaren was de bakkerij verduisterd en leerden onderduikers de dorpsbewoners schaken.

 

In een agrarische omgeving viel altijd wel wat te repareren of te bouwen. Wat kapot was werd niet weggegooid of afgebroken, maar hersteld. Zo ging dat en als de portemonnee het toeliet, maakten de bewoners gebruik van Timmerbedrijf Riemersma. Op huisnr. 16 staat nog steeds de woning. De werkplaats en de winkel waren erachter, tot het bedrijf in 1980 werd beëindigd. Grootvader Sjoerd is het bedrijf begonnen en zijn zonen Ids en Lieuwe hebben in 1937 het stokje overgenomen. Zij werden bijgestaan door een aantal knechten. Begin 1970 ontdekten de eerste watersporters het dorp en werden door het timmerbedrijf verschillende kleine woningen en boerderijen verbouwd tot  recreatiewoningen. 

Elk jaar was er in de winterperiode een zanguitvoering van Us Lyts Doarpke (ULD) in de oude school en daarna het opvoeren van een toneelstuk. De podiumopbouw werd geheel belangeloos verzorgd door Ids Riemersma. Dat waren ontzettend leuke avonden, aldus bewoners die dit nog hebben meegemaakt!  

Ook vermeldenswaardig is dat Ids Riemersma het probleem van de kerkklok destijds heeft opgelost. De klok wordt namelijk sinds jaar en dag aangestuurd door een prachtig mechanisch uurwerk uit 1575. Het staat op de zolder van de voorkerk. Een tijd lang heeft de klok niet kunnen slaan en was het stil in het dorp. Ids ontdekte dat het uurwerk uit het lood stond waardoor het uurwerk ging `aanlopen` en uiteindelijk helemaal stopte. Het is mede aan hem te danken dat we de mooie klank op elk heel en half uur weer kunnen horen.

Het kerkje dateert uit 1770 en staat op de plek van een vorige kerk uit de Middeleeuwse tijd. Het eenvoudige kerkje is relatief jong (ongeveer 250 jaar) vergeleken met veel andere hervormde kerken in Fryslân. De kerk van Goingarijp valt onder de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Waarom in 1770 het oudere kerkgebouw werd vervangen, is niet bekend. Op een tekening, gemaakt in 1723 door Stellingwerf, ziet het kerkje er niet bouwvallig uit. De Hervormde Gemeente van Goingarijp vormde samen met het drie kilometer verderop gelegen dorp Broek een gecombineerde kerkelijke gemeente. De dorpen deelden de predikant. 

Tot in de twintigste eeuw werd de dominee van het ene dorp naar het andere dorp geroeid. Dat was een hele opgave, zowel voor de roeiers als voor de dominee zelf, vooral als het slecht weer was. Boven de ingang aan de zuidzijde van de kerk is een steen ingemetseld waarop te lezen staat: `De eerste steen deser Nieuwe kerke was gelegd door Frans Julius Johan van Eisinga aet 18 Kleinzoon van de heer Grietman Vegelin van Claerbergen`. De kerk heeft zes gebrandschilderde ramen, gemaakt door Ype Staak, een 18e eeuwse glazenier uit Sneek.

Dat deze ramen in goede staat bewaard zijn gebleven, zegt vermoedelijk iets over de moeilijke bereikbaarheid van Goingarijp in de 18e eeuw. Aan de westzijde staat de markante klokkenstoel. Daarin hangt de Salvatorklok die in 1527 is gegoten door Gerhardus van Wou uit Kampen, een van de bekendste klokkengieters uit de late middeleeuwen. Met een gewicht van 1135 kg is het de zwaarste klok in een klokkenstoel in Friesland. Het luiden van de klok was van belang voor de arbeiders als sein om op te staan en naar het land te gaan of om te gaan eten. Maar ook bij hoog water werd de klok ter waarschuwing gebruikt.

Vroeger was het luiden de taak van de schoolmeester, die er in 1834 nog 20 gulden per jaar mee verdiende. Momenteel wordt het uurwerk twee keer per dag opgewonden door vrijwilligers. Vandaag de dag wordt de klok nog geluid ter aankondiging van de kerkdiensten, bruiloften en begrafenissen. Elke oudejaarsdag komen dorpsbewoners bij elkaar rondom de klokkenstoel om beurtelings hangend aan het touw het oude jaar uit te luiden. Als je op het juiste tijdstip rond de kerk wandelt, is de klok op de hele en halve uren te horen met zijn mooie vérdragende klank.

 

 

Bij het sluisje van Goingarijp wacht een prachtig panorama: de Goingarijpster Poelen en verderop de Lytse en de Greate Griene (het kleine en het grote groenland). En dáárachter ligt het Sneekermeer. De sluis is een onderdeel van de Nieuwe Slachtedijk, die stamt uit 1882. Voor die tijd liepen de landerijen regelmatig onder water. Tijdens het 100-jarige bestaan - in 1982 - werd de sluis vernieuwd en tegelijkertijd verbreed. 

Het merengebied is ontstaan in de middeleeuwen, deels als gevolg van de ontginning van het veen, een proces dat eeuwen heeft geduurd. In een deel van de Goingarijpster Poelen werd zoute turf gewonnen.  Dit deel van het merengebied heet dan ook de Zoutpoel (richting Terherne). De stroken tussen de veengaten werden door water en wind weggeslagen en zo zijn het meer en de poelen steeds groter geworden. 

Het Sneekermeergebied maakt deel uit van het Natura 2000-gebied. Het bekendste eiland, genaamd Kolmeersland, is het Starteiland. Vanaf hier wordt elk jaar in augustus het grootste zeilevenement van Europa georganiseerd: De Sneekweek! Dan wemelt het er van de bootjes, soms zijn het er meer dan 1000 geweest. Dit is ook één van de locaties van het traditionele `skûtsjesilen`, wedstrijdzeilen met de oude vrachtschepen, platbodems, die aan het begin van de vorige eeuw werden gebouwd om turf, mest en andere lading tot bij de boerderijen te brengen.

Met de wedstrijden in de rustige vaarperiodes konden de broodschippers een extra centje verdienen en werd de hele huisraad uit het skûtsje gehaald en tijdelijk op de kant gezet. Liefhebbers van de zeilsport, maar ook duizenden feestgangers komen elk jaar op beide watersportevenementen af.


Nieuwe encyclopedie van Fryslân voor slechts € 29,90 incl. verzenden!

Bijna 8 kilogram aan kennis over Friesland! Wees er snel bij want op is op.

De Nieuwe Encyclopedie van Fryslân is een onmisbare aanvulling in de boekenkast voor iedereen die gek is van Fryslân en meer wil weten van deze provincie. Op 15 september 2016 verscheen de vierdelige encyclopedie die rond de 3000 pagina’s telt, 11.000 trefwoorden bevat en ruim 8 kilo weegt. De encyclopedie staat bomvol actuele kennis over Fryslân en is een echte pageturner geworden.

Voor al diegenen die dit standaardwerk over Fryslân altijd al hadden willen hebben! Nu voor een wel heel speciaal prijsje! Maar let op! Op = Op!