Aan de provinciale weg N377 ligt het dorp Balkbrug met ongeveer vierduizend inwoners. Het plaatsje is vernoemd naar een balk die onder een brug lag die over het kanaal de Dedemsvaart liep. De balk moest voorkomen dat schepen met een te grote diepgang de brug konden passeren. Tegenwoordig is de Dedemsvaart in Balkbrug niet meer zichtbaar, want in de jaren zestig werd het kanaal gedempt voor het toenemende autoverkeer. Balkbrug is ontstaan op de kruising van de Dedemsvaart en de weg van Ommen naar Meppel. Het verkeersknooppunt vormde een aantrekkelijke plek om zich te vestigen. Vooral de Maatschappij van Weldadigheid stimuleerde de ontwikkeling van Balkbrug. Deze stichting werd in 1818 opgericht door generaal Johannes van de Bosch met als doel armoedige mensen uit de steden in het westen van het land te helpen door ze een bestaan als boer in gestichte kolonies te bieden. Deze hulp was echter meer dwang dan een vrijwillige keuze. Degenen die niet mee wilden doen met het programma moesten naar een strafkolonie. Ten zuiden van Balkbrug werd de strafkolonie Ommerschans opgericht. Arbeidsweigeraars, alcoholisten en ontuchtplegers ondergingen hier hun straf. In de omgeving was genoeg grond om te ontginnen met dwangarbeid. De Ommerschans werd gesticht op de plek van een vestingwerk uit de zeventiende eeuw, dat deel uitmaakte van een verdedigingslinie die plunderende troepen uit het zuiden moest tegenhouden. Alleen de grachten herinneren heden ten dage nog aan deze vesting. Tegenwoordig staat de Ommerschans bekend als TBS-kliniek Veldzicht. In het begin van de twintigste eeuw werd Balkbrug een belangrijk knooppunt voor het tramverkeer in het noorden van Overijssel en Zuid-Drenthe. In Balkbrug kwam de tramlijn van de Dedemsvaartsche StroomtramwegMaatschappij samen met de Spoorweg-Maatschappij Meppel-Balkbrug. In 1947 verloor Balkbrug echter alweer haar betekenis als stoomtramknooppunt, want in het autotijdperk was voor de stoomtram geen toekomst meer.