Aan weerszijden van de Oude Hoevenweg staan de huizen van het dorpje De Pollen. Veel meer dan deze woonstraat is het plaatsje ook niet. Het dorp ligt ten zuiden van de Verbindingsleiding; een waterloop tussen de Broekbeek en het Kanaal Almelo–De Haandrik. De Pollen betekent waarschijnlijk letterlijk ‘opgeworpen aardhoop’. Veel bezienswaardigheden zijn er in de Pollen niet te vinden. Een hoogtepunt elk jaar is het zomerfeest dat gezamenlijk met de naburige buurtschap West-Geesteren wordt gehouden. Ten noorden van De Pollen ligt een fraai natuurgebied, dat zeker de moeite waard is om te bezoeken, in elk jaargetijde. Het natuurschoon van de Engbertsdijksvenen bestaat uit een noordelijk en een zuidelijk deel en heeft een grootte van ongeveer duizend hectare. Tegenwoordig is het gebied in handen van Staatsbosbeheer. Vanaf de vijftiende eeuw werd in het gebied van de Engbertsdijksvenen door de monniken van het klooster in Sibculo veen afgegraven. Enkele eeuwen later gebeurde dit, zoals op zoveel plekken in het oosten en noorden van Nederland, op grotere schaal. De straatnaam Turfschuit in De Pollen verwijst naar deze veenafgravingsactiviteiten. Een turfschip werd gebruikt om de brandstof te vervoeren naar de gebieden waar er veel vraag naar was, zoals de grote steden in het westen van het land. De vaartuigen maakten gebruik van een netwerk van vele vaarten en zijkanalen, de zogenaamde wijken, die door de grote veencompagnieën werden gegraven. Rondom De Pollen zijn nog steeds de sloten en de daarbij behorende lange stroken land te vinden. Vanaf 1953 wordt geprobeerd om de natuur in de Engbertsdijksvenen te herstellen naar de situatie zoals die was voor de winning van de turf. Dit is een langdurig proces, want het gewenste hoogveen ‘groeit’ maar een halve millimeter per jaar. Tegenwoordig is er al veel natuurschoon in het gebied te vinden, zoals vele verschillende soorten vogels, vlinders, libellen en zelfs adders.