Ten oosten van het Noordhollandsch Kanaal ligt het dorpje Watergang met een bevolking van ongeveer 400 inwoners. Het plaatsje is ontstaan als ontginningsnederzetting langs een hoofdontwateringssloot. In het gehele gebied rondom Watergang zijn dan ook veel sloten en vaarten.Ondanks de kleinschaligheid van Watergang zijn er in het dorp wel enkele bezienswaardigheden. Zo heeft het plaatsje de smalste dorpsstraat van Nederland. Langs de hoofdvaart staan de voor Watergang kenmerkende hooihuizen. Deze zijn zwart geteerd en liggen in het verlengde van de stal.Het geringe aantal inwoners vormde geen belemmering voor de bouw van een kerk. In 1640 werd door de Staten van Holland toestemming gegeven tot de bouw van een kerk met een kerkhof. Het eenvoudige gebouw kwam gereed in het jaar 1642, hetgeen nog in steen staat geschreven boven de westelijke ingang. Zowel in 1832 als in 1985 is de kerk vernieuwd. Het meubilair van het gebouw is uit de zeventiende eeuw afkomstig. De preekstoel is van eikenhout en versierd met panelen met daarop bijbelse taferelen. Op het doophek staat het wapen van Waterland, waar een zwaan het middelpunt van vormt.Een object met een verhaal is het zeventiende- eeuwse scheepje dat aan het gewelf van de kerk hangt. Het verhaal gaat dat deze is gemaakt door Pieter Vroom. Hij was een Waterganger die vele zeereizen maakte en op een gegeven moment door zeerovers werd gevangen genomen en als slaaf verkocht. Zijn dorpsgenoten brachten geld bijeen en kochten hem daarmee vrij. Het scheepje dat in de kerk is terug te vinden is door Pieter Vroom uit dankbaarheid aan het dorp geschonken. Het geven van zelfgemaakte scheepjes was een traditie die bestond onder de Watergangse zeelieden.De grote vaart die langs het dorp loopt is onderdeel van het Noordhollandsch Kanaal. In de negentiende eeuw gaf koning Willem I de opdracht voor de aanleg van dit waterwerk. Veel hoefde er niet gegraven te worden, want men kon gebruik maken van de vele ringvaarten die al in Noord-Holland waren aangelegd.