Wie Friesland ook maar een klein beetje kent, kent het Skûtsjesilen. Een reeks zeilwedstrijden met zeiltjalken die ook wel Skûtsjes worden genoemd. Er zijn eigenlijk twee Skûtsje-evenementen. Die van de SKS en die van de IFKS. De eerste heet voluit "Sintrale Kommisje Skûtsjesilen" en de tweede "Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen". De eerste houdt er meer regels op na als het gaat om de authentieke eigenschappen van het schip waar mee gevaren wordt. De eerste zijn de raspaarden en de tweede zijn iets minder streng in de leer als het gaat om de eigenschappen van het schip.

Als toeschouwer merk je daar niets van. Zowel bij de SKS als bij de IFKS zie je tientallen Skûtsjes jaarlijks met elkaar strijden om de roem en de eer. Dit doen ze al sinds de jaren twintig van de negentiende eeuw. Dus al bijna tweehonderd jaar. Het is een mooi schouwspel. Zeker als er een stevige bries staat. Het moet al erg hard waaien voordat de Skûtsjebemanningen er de brui aan geven. 

De Skûtsjes strijden op meerdere wateren in Friesland met elkaar. Eigenlijk doen ze alle Friese meren aan en het IJsselmeer. Bijzonder is ook de wedstrijd op de Wijde-Ee nabij De Veenhoop. Dat is een relatief smal water. Dus als je daar aan de wal staat te kijken kun je de Skûtsjes bij tijd en wijle bijna aanraken als ze voorbij laveren.

Hoe dan ook, een zomer in Friesland is niet compleet zonder een bezoek aan het Skûtsjesilen. Voor het gemak zetten we hieronder de twee agenda's. Ze sluiten perfect op elkaar aan, dus drie weken aaneengesloten kans om live het Skûtsjesilen mee te maken.

Agenda SKS

30 juli 2022, Grou, Bij De Tynje

01 augustus 2022, De Veenhoop, Bij Ie-Sicht

02 augustus 2022, Earnewâld, Sânemar

03 augustus 2022, Terherne, Vanaf de pier

04 augustus 2022, Langweer, Vanaf het strand van het dorp

05 augustus 2022, Elahuizen, Langs de oever van het dorp; Mardyk

06 augustus 2022, Stavoren, Vanaf de IJsselmeerdijk

08 augustus 2022, Woudsend, Vanaf de Indyk

10 augustus 2022, Lemmer, Vanaf de pier bij het strand

11 augustus 2022, Lemmer, Vanaf de pier bij het strand

12 augustus 2022, Sneek,Vanaf het Starteiland

Agenda IFKS

13 augustus 2022, Hindeloopen

14 augustus 2022, Stavoren

15 augustus 2022, Heeg

16 augustus 2022, Sloten

17 augustus 2022, Rustdag of inhaalwedstrijd(en) bij Echtenerbrug

18 augustus 2022, Echtenerbrug

19 augustus 2022, Lemmer

20 augustus 2022, Lemmer (finale)

Fierljeppen, het wordt tegenwoordig veel gedaan als teambuilding, maar in Friesland doen ze het al eeuwen. Vooral boeren, om zich makkelijk door de landerijen te bewegen die veelal door sloten en slootjes van elkaar worden gescheiden. Zodat de koeien niet naar het land van de concurrent overlopen.

Het schijnt dat op 24 augustus 1767 de eerste officiële fierljepwedstrijd gehouden is in het dorpje Baard. Of het toen ook al fierljeppen genoemd werd is trouwens niet bekend.

Hoe dan ook, boeren gebruiken de polsstok niet meer voor hun boerenwerk, maar de sport is sinds 1767 niet meer verdwenen en alleen maar gegroeid. Jaarlijks worden nu tientallen wedstrijden georganiseerd. Gesprongen wordt van een houten springschans. Sloten en slootjes zijn verruild voor serieuze waterpartijen van soms wel 20 meter breed. Polsstokken zijn uitgegroeid tot enorme lengtes van soms wel twaalf en een halve meter, dit is ook de maximale lengte volgens de voorschriften. Deelnemers, zowel dames als heren, springen tot wel 20 meter ver. Om blessures te voorkomen wordt gelandt in een  zorgvuldig aangeharkt zandbed.

Het fierljeprecord staat op een kleine 22 meter. 21.68 meter om precies te zijn. Het staat sinds 11 augustus 2019 op naam van Nard Brandsma. Op de foto ziet u de toen onttroonde recordhouder Bart Helmholt.

De belangrijkste wedstrijdlocaties in Friesland zijn in de dorpen Winsum, It Heidenskip, Burgum, Buitenpost en de Friese stad IJlst.

Iedere fierljepwedstrijd is een genot om bij te wonen. Niet alleen vanwege het spektakel zelf maar ook omdat je voelt dat je deel uitmaakt van een lange traditie, eentje die teruggaat tot 1767.

Voor een compleet overzicht van de wedstrijddagen en tijden gaat u naar de website van de Frysk Ljeppers Boun (bond van Friese Fierljeppers).

Volgens mij zijn plastic koeien voor het eerst in Friesland opgedoken tijdens Simmer-2000. Dit was een Fries zomerevenement tijdens het eerste jaar van het derde millennium. Je kunt het evenement zien als een Fries onderonsje en reünie op provincieschaal. Friezen kwamen van heinde en ver om het Fries zijn met elkaar te delen, te beleven en te vieren.

Onder het predikaat "Fryslân, lân fan kij" (Friesland, land van koeien) werden 500 kunststof koeien gefabriceerd en in het landschap tentoongesteld. Wellicht omdat de levende exemplaren op stal stonden en de weides wel wat zwart-bont-gevlekt kon gebruiken als landelijk decor van het Simmer-2000 evenement.

We zijn inmiddels ruim 20 jaar verder. Er is veel veranderd. Koeien zijn in Friesland gewoon weer in de weide te zien. Weidegang en kruidenrijk gras zijn gangbare begrippen geworden in melkproductie en melkconsumptie. Als je nu door Friesland rijdt zie je bij tijd en wijle meer weides mét koeien dan weides zonder koeien.

Plastic koeien leven langer dan echte. Na ruim 20 jaar zijn ze er nog volop. Vaak als ornament in particuliere tuinen of als blikvanger voor bedrijven, zoals notabene bij de Fonterra mega-kaasfabriek in Heerenveen, die hebben een heleboel. Ik maak er een gewoonte van om ze te fotograferen. Je ziet ze in allerlei kleuren. Het wordt inmiddels een bonte verzameling.

Vandaag staat in de Leeuwarder Courant dat de Friese veeboeren de komende jaren een hard gelag wacht. Velen van hen zullen gedwongen moeten stoppen. Ik vraag me af hoe de provincie Friesland over nog eens ruim 20 jaar eruit zal zien.

Moeten we straks weer plastic koeien "van stal" halen zeker. Dacht het niet!

"Fryslân, lân fan kij"

Sibrandahûs is een gehucht tussen Dokkum en Burdaard. In de regio is het vooral bekend vanwege een prachtig Middeleeuws kerkje (waar ook getrouwd wordt) en een niet erg spannende brug over de Dokkumer-Ee. De brug verbindt Noord en Zuid, kleigrond en zandgrond, én liefdesrelaties.

De meeste mensen kennen het fenomeen van de liefdesslotjes. Je ziet het vooral in de grote romantische toeristensteden. Geliefden hangen een hangslotje aan een brugleuning als teken van eeuwige trouw en liefde. 

Voor veel geliefden westelijk van Dokkum heeft de brug in Sibrandahûs in vroeger jaren een belangrijke rol gespeeld. Ik hoorde een verhaal tijdens een voorleesavond in de kloosterkapel in Jannum, niet ver van Sibrandahûs. Het verhaal ging over Gerben en Ybeltsje. Hij woonde aan de noordkant van de Dokkumer-Ee, zij aan de zuidkant. Hij was een welgestelde boerenzoon, zij dochter van een eenvoudige arbeider. Hij kwam van de kleigrond, zij van de zandgrond. 

Het verhaal combineert onmogelijke liefde, rang en stand en een geheime ontmoetingsplaats bij de brug van Sibrandahûs.

Het verhaal trof me in het hart, mijn ouders trof hetzelfde lot. Hij was zoon van het hoofd van de school, zij was dochter van een eenvoudige groenteboer. Hij kwam van de noordelijke kleigrond, zij van de zuidelijke zandgrond. Hij schreef liefdesgedichten en schetste de brug van Sibrandûs erbij als te nemen obstakel. Heit was een romanticus.

De liefde overwon, zowel bij Gerben en Ybeltsje als bij mijn ouders. Had het fenomeen bestaan dan hadden er regelmatig liefdesslotjes aan de brug van Sibrandahûs gehangen.

De Waddeneilanden zijn de spreekwoordelijke ’parels’ van Friesland. Vier, of eigenlijk vijf op een rij. Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog.  Texel valt op deze website helaas buiten de boot omdat het bij de provincie Noord-Holland hoort en deze website nou eenmaal over Friesland gaat.

Het ene Waddeneiland is nog mooier dan het andere. Een paar belangrijke en populaire eigenschappen hebben ze gemeen, de onmetelijk lange goudgele zandstranden.

Bij een bezoek aan een van de Waddeneilanden doen zich een paar bijzondere fenomenen voor. Bij vertrek en aankomst en op de boot kan het heel druk zijn, maar als je eenmaal op het eiland bent verspreidt deze drukte zich en ervaar je rust en ruimte. Destemeer als je op het strand bent aanbeland. Daar heb je kilometers zandstrand helemaal voor jezelf. Een ander fenomeen is dat je gezichten van de boot herkent op het eiland, op het fietspad of op het terras. Je ziet telkens weer dezelfde mensen voorbijkomen. Hierdoor lijken de Waddeneilanden groot en klein tegelijk.

Hoewel de Waddeneilanden allemaal dezelfde basisingrediënten bevatten zoals dorpjes, duinen en stranden, zijn ze op een bijzondere manier toch ook  weer verschillend van elkaar. Het ene eiland heeft meer bossen, het andere eiland meer heide. Het ene meer cranberryvelden het andere meer weilanden en boerenbedrijven. Het ene is autoluw en het andere niet. Allemaal hebben ze vele kilometers aan wandel- en fietspaden. De jeugd weet vooral Terschelling te waarderen. Gezinnen Ameland. Natuurliefhebbers en vogelaars Schiermonnikoog. Vlieland heeft een wat exclusiever karakter en is populair bij celebs.

Eén fenomeen blijft tot nu toe onbesproken, "eilandgevoel". Je moet er geweest zijn om dit fenomeen te herkennen. Het begint zodra de boot de trossen heeft losgegooid en eindigt als je bij terugkomst weer voet aan vaste wal zet in Holwerd, Lauwersoog of Harlingen. Er zijn boeken over geschreven. Dit eilandgevoel heb je, voor zover ik weet, alleen op de Waddeneilanden!

Akkrum is in de vroege Middeleeuwen als terpdorp ontstaan. Doordat het gunstig gelegen was aan de zuidelijke oever van de oude, meanderende waterloop de Boarn kon het dorp zich voorspoedig ontwikkelen.

Toen er in de 19de eeuw goede weg- en spoorverbindingen kwamen, kon Akkrum de hoofdplaatsfunctie van de grietenij Utingeradeel overnemen van het minder gunstig gelegen Aldeboarn. De Overijsselsestraatweg kwam als rijksweg in 1827/’28 gereed en in 1868 werd het spoor aangelegd. Het was al eerder een passageplaats voor het verkeer: ‘Akkrum is een vermaaklyk Dorp, dewyl alles, wat te paarde of met rydtuig van Leeuwarden naar ’t Heerenveen en verder wil, hier door zynen weg moet neemen’ werd aan het einde van de 18de eeuw geschreven. Intussen had het dorp zich vanaf de terphoogte langs het water en de Slachtedijk ontwikkeld tot streekdorp.

Het streekdorp buigt met de waterloop mee tot een elegante hoofdstructuur. Van west naar oost laten de Ljouwerterdyk, het Heechein, de Buorren, de Kanadeeskestrjitte en verderop de Boarnsterdyk bovendien een aangename afwisseling van gesloten bebouwing en open ruimten zien. Gedurende de 19de eeuw raakte de streek aan beide zijden geheel bebouwd. Omstreeks 1900 was Akkrum in het oosten aan het kleine buurdorp Nes vastgegroeid. De eerste dorpsuitbreidingen in de 20ste eeuw vonden daar plaats. Onder meer het volksbuurtje met tuinstadkarakter van De Túntsjes en De Stripe uit 1919.

Na de oorlog kreeg het wijkje in het zuidoosten, achter het station, gestalte en toen begon ook de woningbouw in een zuidelijke strook. Het in 1949 in traditionalistische Delftse Schooltrant ontwikkelde Sinnebuorren kreeg de karakteristiek van de optimistische wederopbouw. Daarna zijn in de jaren zestig achter de Boarnsterdyk tussen Akkrum en het oude Nes woonstraten aangelegd. Dit dorpsdeel is door Rijksweg N32, later verdubbeld tot autosnelweg A32, min of meer van Akkrum afgesneden. Vanaf het begin van de jaren zeventig is de wijk ten noorden van de Boarn ontwikkeld en aan het einde van de 20ste eeuw is de omvangrijke waterwijk Boarnstee ten noorden van Akkrum in het landschap gelegd.

De hervormde kerk staat in het midden van het dorp op een voormalig ruim en hoog kerkhof. De ingetogen zaalkerk is in 1759 gebouwd ter vervanging van het middeleeuwse godshuis. De toren met drie geledingen en een ingesnoerde spits is in 1882 opgetrokken. De kerk bezit meubilair uit de 17de en 18de eeuw en in vier grote rondboogvensters zitten gebrandschilderde vensters met wapens uit 1760/’62 die in 1940 zijn gereconstrueerd. Schuin hier tegenover staat de doopsgezinde kerk. Weliswaar teruggerooid, maar zij compenseert het met een opvallend neoclassicistisch front met een dorische ingangspartij en een charmante koepeltoren. Het is een van de vroegste kerken in Friesland in deze stijl en gebouwd door aannemer Jacob Romein die vrij zeker zijn zoon Thomas Romein het ontwerp liet maken.

Ten westen van de hervormde kerk staat achter een ruime tuin het tehuis voor ongetrouwde dames en weduwen Welgelegen. S. Hoekstra ontwierp het in 1924 in expressionistische stijl waarbij vooral de middenpartij tussen de iets scharnierende vleugels met de rijzige kap opvalt. Het tehuis staat op het terrein waar vanouds een buiten stond met een bijzondere tuin waarvan aan het Heechein het prachtige, achtzijdige tuinhuis met koepeldak uit de 18de eeuw van bewaard is gebleven.

Een bijzondere tuin is nu te vinden aan de Ljouwerterdyk, een landschappelijke tuin van Gabe Westra rond het in 1901 door gemeentearchitect F.H. Hoekstra in een zeer decoratieve stijl ontworpen Coopersburg. Het is een tehuis van 22 kamerwoningen die alle een tuitgeveltje kregen, bedoeld voor minvermogende ouderen. De uit Akkrum afkomstige Folkert Kuipers (Cooper) stichtte het tehuis nadat hij in Amerika fortuin had gemaakt. Kuipers heeft voor zichzelf en zijn vrouw een mausoleum laten oprichten, in 1906 uitgevoerd naar ontwerp van J.H. Schröder in de Sezession-variant van de Jugendstil. Naast de ingangspartij staan pleuranten en erboven de portretmedaillons van Cooper en zijn vrouw.

Achlum is een terpdorp met een bijzondere vorm. De befaamde Slachtedyk loopt zuidelijk om de oude kern heen, terwijl de Achlumervaart er noordwaarts langs loopt. In het midden ligt het open, afgegraven gedeelte van de terp dat thans als ruim kaatsveld in gebruik is. Op het zuidelijke gedeelte van de hoge terp staat de middeleeuwse kerk met diaconiewoningen en pastorie en westelijk daarvan de zogenoemde "kloosterplaats" een monumentale 18de-eeuwse kop-hals-rompboerderij.

Noordelijker staat in een levendig ritme hoofdzakelijk 19de-eeuwse bebouwing langs de vaart, waarbij vooral van de meer oostelijk gelegen huizen de bijzondere pannen op de daken opvallen. Dat zijn de rood of blauw geglazuurde Lucas IJsbrandpannen met een leivormig patroon, ontwikkeld in Makkum en op het panwerk van Achlum nagemaakt in de periode rond 1900. Bij de vaart staat tussen de schilderachtige bebouwing de karakteristieke voormalige dorpsherberg. Ten westen van de dorpskom is enige bedrijvigheid te vinden en de dorpsuitbreidingen hebben na de oorlog vooral in het oosten, aan de andere kant van de Hitzumerweg plaats gevonden.

De hervormde kerk staat op de hoge terprest. Het gebouw is in oorsprong 12de-eeuws, de sporen van romaanse bogen en dichtgezette venstertjes zijn nog in stukken tufstenen muurwerk te zien, vooral aan de noordzijde. Daar zit een fraai, maar onthoofd reliëf van roze Bremer zandsteen uit de 14de eeuw in het muurwerk. De toren dateert uit de 15de eeuw en de houten bekroning met spitsje is van 1789. Inwendig heeft de kerk een gave protestantse inrichting met vroeg-17de-eeuws meubilair. Tegen de buitenkant van de zuidelijke muur staat een herinneringsplaat voor Ulbe Piers Draisma, een boer die in 1811 de eerste onderlinge brandwaarborg van Friesland oprichtte.

Ten oosten van Achlum staat ten noorden van de Slachtedyk op een omgracht terrein Groot Deersum, nu een 18de-eeuwse boerderij, maar voorheen een state waarvan de stinspoort nog boven de gracht staat. De enige in Friesland die voorzien is van trapgevels.


0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 | 80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 | 111 | 112 | 113 | 114 | 115 | 116 | 117 | 118 | 119 | 120 | 121 | 122 | 123 | 124 | 125 | 126 | 127 | 128 | 129 | 130 | 131 | 132 | 133 | 134 | 135 | 136 | 137 | 138 | 139 | 140 | 141 | 142 | 143 | 144 | 145 | 146 | 147 | 148 | 149 | 150 | 151 | 152 | 153 | 154 | 155 | 156 | 157 | 158 | 159 | 160 | 161 | 162 | 163 | 164 | 165 | 166 | 167 | 168 | 169 | 170 | 171 | 172 | 173 | 174 | 175 | 176 | 177 | 178 | 179 | 180 | 181 | 182 | 183 | 184 | 185 | 186 | 187 | 188 | 189 | 190 | 191 | 192 | 193 | 194 | 195 | 196 | 197 | 198 | 199 | 200 | 201 | 202 | 203 | 204 | 205 | 206 | 207 | 208 | 209 | 210 | 211 | 212 | 213 | 214 | 215 | 216 | 217 | 218 | 219 | 220 | 221 | 222 | 223 | 224 | 225 | 226 | 227 | 228 | 229 | 230 | 231 | 232 | 233 | 234 | 235 | 236 | 237 | 238 | 239 | 240 | 241 | 242 | 243 | 244 | 245 | 246 | 247 | 248 | 249 | 250 | 251 | 252 | 253 | 254 | 255 | 256 | 257 | 258 | 259 | 260 | 261 | 262 | 263 | 264 | 265 | 266 | 267 | 268 | 269 | 270 | 271 | 272 | 273 | 274 | 275 | 276 | 277 | 278 | 279 | 280 | 281 | 282 | 283 | 284 | 285 | 286 | 287 | 288 | 289 | 290 | 291 | 292 | 293 | 294 | 295 | 296 |
Nieuwe encyclopedie van Fryslân voor slechts € 29,90 incl. verzenden!

Bijna 8 kilogram aan kennis over Friesland! Wees er snel bij want op is op.

De Nieuwe Encyclopedie van Fryslân is een onmisbare aanvulling in de boekenkast voor iedereen die gek is van Fryslân en meer wil weten van deze provincie. Op 15 september 2016 verscheen de vierdelige encyclopedie die rond de 3000 pagina’s telt, 11.000 trefwoorden bevat en ruim 8 kilo weegt. De encyclopedie staat bomvol actuele kennis over Fryslân en is een echte pageturner geworden.

Voor al diegenen die dit standaardwerk over Fryslân altijd al hadden willen hebben! Nu voor een wel heel speciaal prijsje! Maar let op! Op = Op!