Woudsend is een komdorp dat in de Middeleeuwen is ontstaan als een nederzetting aan het water en een totaal andere ontwikkeling onderging dan de agrarische dorpen in de omgeving. Door scheepvaart en handel die andere bedrijvigheid, zoals scheepsbouw en houtbewerking, deed ontstaan heeft Woudsend een kleinstedelijk karakter gekregen. Op de grietenijkaart in de Schotanus-atlas uit 1716 is het al een geconcentreerd komdorp met kerk en molen.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland werd in 1788, aan het einde van een periode van grote bloei, gemeld: ‘Woudsend, wel het kleinste der Buitendykster Dorpen, ten opzichte der landeryen, doch ten aanzien der volkrykheid en ’t vermogen der Ingezetenen, verre het aanzienlykste der geheele Grieteny … Dit dorp ligt zeer gelegen aan de vaart van Sneek op de Lemmer …. Reeds voor veele jaaren was dit Dorp vry aanzienlyk, door de menigte van Turf- en Houtschippers, die van hier op Holland voeren; doch hier is in later tyd bygekomen eene aanzienlyke Reedery in Friesche Koopvaardyschepen, die hier worden gebouwd, en, na van al ’t noodige voorzien te zyn, doorgaans door Lemmer, naar Zee gezonden worden. Door deeze onderneeming heeft dit Dorp grootelyks in vermogen toegenomen. … Behalven eenige Hellingen, of Timmerwerven worden ’er ook de vereischte Houtzaagmolen, Lynbaan, Blok- en Zeilmaakery, beneffens meer dan eene Smedery, gevonden. Voorts is dit Dorp zeer vermaakelyk, wegens de groote doorvaart van allerleye schepen, die van Leeuwarden, Sneek, en van elders naar de Lemmer vaaren. In den jaare 1660 werd hier eene nieuwe Kerk gebouwd.’

Het oude dorp ligt op de westelijke oever van de Ee. Pas in de 19de eeuw is er enige bebouwing aan de oostelijke oever gekomen. Het is rond de Midstrjitte en Iewâl een compact geheel van meest kleine huizen die dicht op elkaar staan en Woudsend tot een intiem kleinstedelijk geheel maken. De kerken staan verspreid, een collectie merkwaardige bouwwerken die elk iets bijzonders hebben. De trots van Woudsend zijn de molens: de houtzaagmolen aan de Ee en de korenmolen aan de oude noordwestelijke dorpsrand.

Idzega is een agrarische streek die zijn oorsprong heeft in de Middeleeuwen. In het lage waterland tussen Heeg en Oudega heeft het nooit tot concentratie van bebouwing kunnen komen. Toch heeft de boerengemeenschap zich als zelfstandig dorp kunnen handhaven, al is het een van de meest bescheiden en, op Smallebrugge na, het kleinste dorp van Friesland.

Op de grietenijkaart van Wymbritseradeel in de atlas van Schotanus uit 1716 staat het aangegeven met een kerk bij de noordwestelijke hoek van de vrij grote Idzegasterpoel. In de nabijheid staan twee huizen en verder verspreid in het land nog twee boerderijen en twee huizen.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland werd in 1788 gemeld: ‘Idezega, of ook Idzinga, is, insgelyks als de naastgelegen dorpen, rondom in wateren en poelen gelegen, waarvan de voornaamste, naar het dorp, den naam draagt van Idzegaster poelen. In ’t Zuiden van dit dorp … ligt eene plaats de Bratten genoemd, waarop zich zeker Heer uit het geslagt van Heemstra veel plag te onthouden, wegens haare goede gelegenheid tot de visschery: dezelve liet hier ook twee polders aanleggen, die tegen verwachting niet alleen goed weidland, maar zelfs goed bouwland gaven. Voor het overige zyn de landen hier ten grooten deele zeer laag, en wel inzonderheid naar het zuiden, daar men ook klyngronden vindt, uit welke sedert kort vry goede turf gegraaven wordt. In ’t Westen van dit dorpje ligt het buurtje Band, en daar by een poeltje van dien naam.’

De Bratten lag bij de zuidwestelijke hoek van de poel en De Band is nog steeds een boerenbuurschap tussen Oudega en Sandfirden. Als de bebouwing van toen bij de omvang van het dorp wordt gerekend, stonden hier in de 18de eeuw zes woningen en vier boerderijen. Op de kaart in de atlas van Eekhoff blijkt dat er nauwelijks ontwikkelingen zijn geweest en de huidige situatie laat evenmin zien dat hier iets is veranderd. Op het kerkhof staat een eenvoudige klokkenstoel, met eronder fragmenten van altaarstenen en een zerk uit 1623.

Ypecolsga (nabij Indijk) is een streekdorp van middeleeuwse oorsprong, waarbij in de hoge Middeleeuwen ten noordoosten een nederzetting bij het water de Ee ontstond die vanaf de vroege 11de eeuw een zelfstandige positie verwierf: Woudsend dat het moederdorp al zeer vroeg met verve overvleugelde. Ypecolsga bleef een agrarische streek. Op de grietenijkaart van Wymbritseradeel in de atlas van Schotanus bestaat het dorp in de uiterste zuidwesthoek uit een lange streek van ongeveer drie kilometer met ongeveer tien ver uit elkaar staande boerderijen. Ze staan grotendeels ten zuiden van de Wegsloot, een sloot die inderdaad wordt geflankeerd door een weg. De kerk staat ten noorden van deze verkeersas.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland werd in 1788 gemeld: ‘Ipekolsga of Epekolsga, een Dorp van maatigen omtrek …; ’t zelve grenst ten Zuiden aan het Slooter meer, en had eertyds een sterk huis, toebehoorende aan Take Abbema, ’t welk in 1520, verwoest werd door de Schieringers, die te Slooten in bezettinge lagen. De Kerk van dit Dorp, in 1497, door de Soldaaten in brand gestoken zynde, verteerde met vyftien, daar in zynde, gewyde Hostien tot assche, die naderhand, zo men beuzelde, groote mirakelen deeden, en daarom zo veel toeloops hadden, dat men uit het offergeld eene nieuwe Kerk kon bouwen, die, vervolgens wederom vervallen zynde in 1664, werd vernieuwd, en met een spits torentje voorzien.’

De kerk is in de 18de eeuw afgebroken. Er staat nu een in 1956 vernieuwde dubbele klokkenstoel met helmdak. De twee luidklokken zijn in 1644 gegoten door Jelte, Pier en Johan Riemers. Ypecolsga bezit een aantal monumentale boerderijen, zoals de in 1783 gebouwde kop-romp ‘Arbeid en Moeite’, die nu de naam ‘Werklust’ draagt. Noordelijk ligt aan de oever van het Heegermeer de boerenstreek Indyk. Een in de weilanden liggend kerkhof met klokkenstoel herinnert aan een dorpsverleden.

Jutrijp is een langgerekt streekdorp dat in de late Middeleeuwen ten zuiden van Sneek is ontstaan als waterdorp. De bebouwing van de streek kwam vooral aan de westelijke zijde van de vaart het Var. Sinds de aanleg in 1843 van de rijksstraatweg van Sneek naar Lemmer ten oosten van het water, is een gedeelte van het dorp geleidelijk 180 graden gaan draaien en heeft het zich tot wegdorp ontwikkeld en is toen ook aan het buurdorp Hommerts vastgegroeid. Maar het noordelijke gedeelte ligt langs de Binnenwei verder van de drukke straatweg verwijderd en vertoont de oude structuur nog steeds.

Op de grietenijkaarten in de atlassen van Schotanus en Eekhoff uit 1716 en 1851 is dit proces te zien. In het begin van de 18de eeuw is alle, vooral agrarische bebouwing met opvaarten nog gericht op het onregelmatig meanderende Var. Deze heeft ook vaarten naar het oosten als verbindingen met de Ooster Wymerts voor de verbinding met Sneek in het noorden en het merengebied in het zuiden. De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde in 1788: ‘Jortryp, doorgaans genaamd Jutryp, en het volgende dorp Hommerts zyn gelegen tusschen de beide Wymertsen aan eene oude moerige vaart, van ’t eene dorp naar ’t andere loopende: aan den Oostkant deezer vaart ziet men de Kerk, hebbende een’ stompen toren, en ook de meeste huizen en plaatsen. … Ten Noorden en ten Westen strekken de landen des Dorps zich uit tot aan de Stads Gerechtigheid van Ylst, ten Oosten aan Oppenhuizen, en ten Zuiden aan Hommerts.’

De oude stompe toren werd in elk geval tot in het midden van de 19de eeuw gehandhaafd, maar de oude kerk, die fraai schilder- en snijwerk bevatte, is omstreeks 1819 vervangen door een nieuw gebouw met opnieuw een toren met spits. Ook deze kerk kon niet blijven en is in het begin van de jaren zeventig gesloopt.

In Jutrijp staat een aantal monumentale boerderijen. Die aan Binnenpaed 46 bezit een deftig voorhuis en de kop-rompboerderij op nummer 12 vertoont expressionistische trekken uit de jaren dertig.

In de geschiedenis van het jonge christendom neemt Dokkum een dramatische plaats in. Missionaris Bonifatius is in 754 bij Dokkum door ‘heidense’ Friezen vermoord. De verering van de martelaar is later op gang gekomen. In de 12de eeuw werd er een premonstratenzer abdij gesticht. Naast de abdijkerk werd ook een parochiekerk gebouwd. De huidige Martinuskerk heeft twee voorgangsters gehad. Nadat de Bonifatiusabdij spoedig na de hervorming was afgebroken, werd de Martinuskerk de protestantse hoofdkerk van de stad. De bouw van deze kerk was in het begin van de 15de eeuw met het koor begonnen, waarna later het schip volgde. Het werd een laatgotische kerk met traveeën voorzien van brede spitsboogvensters met vorktraceringen en tweemaal versneden steunberen. De rondbogige ingang aan de zuidzijde van de westelijke travee, een rondboog in een geprofileerde spitse nis, behoort bij de bouwtijd. De vijfzijdige koorsluiting heeft ook steunberen en smallere vensters. De kerk moest worden uitgebreid, een proces dat duurde van 1588 tot 1593. De voornaamste veranderingen waren de toevoeging van een noordbeuk, het verhogen en vernieuwen van de kap en het aanpassen van de westgevel. De noordbeuk werd deels opgetrokken van afbraakmateriaal van de abdij. De nieuwe kap bleek niet goed te passen en in de zuidmuur zijn de verschillen opgevangen door uitgemetselde togen die de eerste twee venstervakken als het ware bekronen. De noordbeuk kreeg steunberen en de brede vensters ertussen kregen een rondbogige vorm met vorktracering. De westgevel, die aan de zijkanten met drie versnijdingen steunbeer-achtig is afgesloten, is aan de noordzijde met handhaving van deze versnijdingen voor de nieuwe beuk verbreed en van een klein radvenster voorzien. In de bouwnaad staat een ingang in een licht spitsbogige nis. Midden in de oorspronkelijke gevel is een tweede ingang met een classicistische omlijsting. Daarboven rijst een breed en hoog venster op dat korfbogig is gesloten.

De van gele steen gemetselde geveltop voor de nieuwe kap heeft een getrapte vorm en in het midden een dubbele, vleugelvormige uitkraging met kraagstenen in de vorm van leeuwenkoppen met ringen. Daarboven staat de met zink beklede houten toren met een spits.

Het interieur van het schip en het koor wordt gedekt door een vlak balkenplafond. Het koor heeft een stenen gewelf gehad dat bij de verbouwing onder leiding van Jacob Izaaks Douma in 1856-’57 is verwijderd. Toen is ook een galerij tussen schip en koor weggehaald. Deze rustte op twee ronde, baksteen kolommen die bij de restauratie in 1965-’69 weer tot een meter hoogte zijn opgemetseld. De koorwanden hebben beneden diepe spaarnissen die met geprofileerde baksteen zijn omlijst. Bij genoemde restauratie zijn ze met de onderste delen van de colonnetten die mede het gewelf vormden in het zicht gebracht. Schip en noordbeuk zijn met rijzige ronde kolommen en ronde scheibogen van elkaar gescheiden.

Aan het einde van de 18de eeuw is hoog in deze zijbeuk een zittribune met balustrade aangebracht. Ongeveer in het midden van de zuidwand is het liturgische centrum ingericht. Er is een fraai doophek met breed uitwaaierend kuifstuk in rococostijl. De preekstoel met klankbord is in dezelfde stijl, met snijwerk op de kuippanelen met rocailles en loofwerk waarin een bijbelboek, pelikaan, gekapte valk, leeuw, slang en andere voorstellingen zijn te herkennen. De festoenen op de hoekpenanten symboliseren met bloemen, korenaren, druiven en hulst de vier seizoenen. Er zijn twee bijpassende excellente koperen lezenaars. De preekstoel is in 1751 gemaakt naar ontwerp van de Leeuwarder architect Sjouke Nooteboom; het snijwerk is waarschijnlijk van Yge Rintjes.

In de koorsluiting staat een poortje, waarboven in de bekroning een schilderstuk te zien is van de Dokkumer kunstenaar Frans van der Elst met de voorstellingen Geloof, Hoop en Liefde en in het fronton het stadswapen van Dokkum. De orgelbalustrade met fraaie getorste zuiltjes voor de panelen is met het orgel in 1688 vervaardigd. Het instrument van de Groninger orgelbouwer Jan Helman is verloren gegaan. In de kas zit een instrument uit 1968 van de firma Flentrop uit Zaandam.


0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 | 80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 | 111 | 112 | 113 | 114 | 115 | 116 | 117 | 118 | 119 | 120 | 121 | 122 | 123 | 124 | 125 | 126 | 127 | 128 | 129 | 130 | 131 | 132 | 133 | 134 | 135 | 136 | 137 | 138 | 139 | 140 | 141 | 142 | 143 | 144 | 145 | 146 | 147 | 148 | 149 | 150 | 151 | 152 | 153 | 154 | 155 | 156 | 157 | 158 | 159 | 160 | 161 | 162 | 163 | 164 | 165 | 166 | 167 | 168 | 169 | 170 | 171 | 172 | 173 | 174 | 175 | 176 | 177 | 178 | 179 | 180 | 181 | 182 | 183 | 184 | 185 | 186 | 187 | 188 | 189 | 190 | 191 | 192 | 193 | 194 | 195 | 196 | 197 | 198 | 199 | 200 | 201 | 202 | 203 | 204 | 205 | 206 | 207 | 208 | 209 | 210 | 211 | 212 | 213 | 214 | 215 | 216 | 217 | 218 | 219 | 220 | 221 | 222 | 223 | 224 | 225 | 226 | 227 | 228 | 229 | 230 | 231 | 232 | 233 | 234 | 235 | 236 | 237 | 238 | 239 | 240 | 241 | 242 | 243 | 244 | 245 | 246 | 247 | 248 | 249 | 250 | 251 | 252 | 253 | 254 | 255 | 256 | 257 | 258 | 259 | 260 | 261 | 262 | 263 | 264 | 265 | 266 | 267 | 268 | 269 | 270 | 271 | 272 | 273 | 274 | 275 | 276 | 277 | 278 | 279 | 280 | 281 | 282 | 283 | 284 | 285 | 286 | 287 | 288 | 289 | 290 | 291 | 292 | 293 | 294 | 295 | 296 |
Archivering van erfgoedinformatie met het ErfgoedCMS™

Bent u geïnteresseerd in erfgoedinformatie en hoe u dit op een professionele en duurzame manier kunt ontsluiten op het internet, dan is het volgende voor u van belang.

Sinds kort is er namelijk het ErfgoedCMS™ van DeeEnAa. Met dit op maat gemaakte ErfgoedCMS™ kan ieder dorp of iedere stad haar erfgoedinformatie registreren, rubriceren en ontsluiten. Daarnaast kan het ErfgoedCMS™ worden ingezet als webshop voor lokale producten en kan het de basis vormen voor dorps- of stadswandelingen compleet met QR-code bordjes.

Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij u graag naar de pagina over het ErfgoedCMS™ op de ErfgoedCMS-website via onderstaande knop.